Het bovenstaande geldt niet voor de nabijverdedigingszln, welke niet door lichtprojectielen vervangen kunnen worden. EENIGE AANWIJZINGEN VOOR DEN AANVALLER. Beschikt de verdediger over zin, dan heeft dit als regel een slechten invloed op het élan van den aanvaller. In de eerste plaats, omdat de aanvaller dikwijls, als hij zich alleen nog maar in den verblindingsbundel bevindt, en dus nog niet gezien wordt, denkt dat dit wèl het geval is en niet, of lang zaam, vooruit gaat. In de tweede plaats hebben de troepen, die niet verlicht worden, een sterke neiging om van die „veilige" periode gebruik te maken en zich snel voorwaarts te verplaatsen, waardoor het verband op onaangename wijze verloren gaat. In de derde plaats wordt de aanvaller door het licht verblind, wat hem het „orienteeren" bemoeilijkt. Men merkt in de practiik steeds op, dat de troepen een neiging hebben zich naar het zl. toe te bewegen, zoodat zij op een te smal front samendringen. Een middel om dit bezwaar te ontgaan is het gebruiken van oogkleppen, neergeslagen rand bamboehoed. Bovendien wordt het terrein buiten den bundel over grooten afstand diffuus verlicht, wat den aanvaller ten goede komt. Een veel betwist punt, is de vraag: „wat moet de aanvaller IN DEN BUNDEL doen?, onbewegelijk blijven staan of zich neer werpen?" Ontegenzeggelijk wordt een bewegend voorwerp eerder gezien, dan een stilstaand, doch daar staat tegenover, dat de gevolgen van het rechtop blijven staan, zoodra de aanvaller zich binnen den werkzamen afstand van geweer en mitr. vuur bevindt, zoo funeste zullen zijn, dat hij n.m.m dat risico niet mag loopen. Daarom geloof ik, dat de beste tactiek is: op grooten afstand en vooral in min of meer begroeid terrein, onbewegelijk blijven staan; op afstanden beneden 1000 M. zich zoo spoedig mogelijk neerwerpen. Blijven de zin voortdurend schijnen, dan is kruipen de eenigste methode om terrein te winnen. (Wordt vervolgd). 5. BEZUINIGING door L. Ch. v. d. Schee. Waar bezuiniging het parool is, daar dient iedere cent, die niet noodzakelijk uitgegeven moet worden, in kas te blijven. In onder staande regels hoop ik aan te toonen dat per jaar 20000 kan bezuinigd worden op kleeding, bij de dienstplichtigen, die m. i. best gemist kan worden. Ter publ. ontv. 7-8-'22. Red. I. M. T. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 37