Die mannen ontvangen toch bij opkomst voor eerste oefening een blauwserge pak, een kepi, vangsnoeren, en een pluim. In totaal kost dat per man 29.46. Waar er jaarlijks ongeveer duizend miliciens onder de wapenen komen, kost de aanschaffing van die kleeding, nog ongerekend het vermaken, of latere herstel lingen, bijna 30.000. De manschappen dragen die pakken alleen 's Zondags en bij parades. Er is naar mijne meening niet veel tegen te zeggen, om de miliciëns 's Zondags in 't grijsgroen te laten uitgaan en hen bij parades in een dito pak te doen meegaan. Dat schaadt het krijgs haftige in het militair schouwspel niet in dier voege, dat in een tijd van ernstig geldgebrek, dat geen 30.000.waard zou zijn. Ik wil niet zeggen, dat de manschappen er geen prijs op stellen er 's Zondags netjes uit te zien. Dit kan echter toch wel, als ze een van hun grijsgroene pakjes netjes houden, om mee uit te gaan. Dat is zeer wel mogelijk, indien ze, inplaats van 3 grijsgroene pakken, er 4 zouden ontvangen. Bovendien de grijsgroene pakken zitten netter dan de serge. De snit der sergepakken laat vrij veel te wenschen over, men denke slechts aan de broeken „pied d'éléphant" en aan de onooglijke kraagjes der attila's, die door de manschappen spottenderwijze „loerah-kraagjes" worden genoemd. Een grijsgroen pak kost 9.78. Zoo'n pak erbij geeft dus een uitgave van_± 10.000.—. Er wordt dus niet alleen 20.000.— per jaar bezuinigd, maar de man krijgt een betere uitrusting. Enkel voordeelen dus en geen enkel nadeel der vermelding waard. Gaat de lichting af, dan worden de sergepakken ingeleverd en verkocht, de opbrengst is echter zoo gering, dat deze er niet veel toe bijdraagt om de kosten goed te maken. 6. DE G. M. ALS VUURWAPEN VAN DEN INFAN TERIST, door M. R. H. Calmeyer. Het aantal wapenen waarmede onze infanteristen thans uitgerust zijn (geweer, pistool, handgranaten, klewang en bajonet) zal in niet te verre toekomst worden uitgebreid met den geweermitrailleur en reeds thans wordt bij vele onderdeelen de infanterie in het gebruik van dit nieuwe gevechtsmiddel geoefend. Waar bepalingen hieromtrent nog niet verschenen zijn, moet de stof voor dergelijke oefeningen hoofdzakelijk ontnomen worden aan vreemde bronnen en een bespreking van dit onderwerp is daarom thans niet van onwaarde. Aanleiding hiertoe was voor ons voornamelijk het ter publ. ontv. 17-8-'22. Red. I.M.T. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 38