voorgeschreven, n. 1. zoo nabij mogelijk achter de stormende linie volgen. Waar de thans bij de G. M. afdeelingen opgeleid wordende manschappen later in de eerste plaats zullen worden aangewezen ter bediening van de compagnies G. M.'s ware het m. i. wel wen- schelijk het beoefenen van den stormaanval mogelijk te maken. De Amerikaansche G. M. schutter, die met den Browning G. M. uitgerust is, welk wapen nog ongeveer 3 K. G. lichter is dan onze Madsen, heeft aan den koppel tegen de heup een schuin geplaatste ijzeren kap, om het vuren in beweging, aldaar reeds vanaf 200 M. toegestaan te vergemakkelijken Hetgeen ons „E. R. G. II" (punt 81) omtrent de taak van de G. M.'s na den stormaanval zegt, kan ook voor de compagnies G. M.'s gehandhaafd blijven. b. B ij de verdediging. Hier kan en moet wèl schuin- en kruisvuur worden afgegeven en is het niet de groeps-comdt, doch de sectie-comdt, die de op stellingsplaats van de G. M.'s aanwijst, teneinde de samenwerking dier wapens te verzekeren. In onze terreinen zal hier het opstellen van de G. M.'s in hinderlagen en het afgeven van verrassend vuur op de kortste afstanden met succes kunnen worden nagestreefd. Tenslotte behandelen zoowel de „Aanw." als „Aanschr." de verplichtingen van den groep s- en sectie- comdt ten opzichte van hun L. M.'s. De belang rijkste hiervan schijnen mij: a. Voor den Groep s-co mm a n d a n t. Ie. Mededeelen van het gevechtsdoel aan de bediening. 2e. Aanwijzen van de opstellingen bij den aanval, toezien op de juiste vizierstelling en op de juiste doelopvatting, regeling van de vuursnelheid. 3e. Zorgen voor medenemen der munitietrommels (voor de G. M. patroonhouders) en voor de munitieaanvulling. 4e. Zich steeds ophouden bij- en voorwaarts gaan met den L. M. (G.M.). b. Voor den Sectie-commandant. Ie. Aanwijzen van het doel aan den groeps-comdt, alsmede het te bezigen vizier en het oogenblik van vuuropening. 2e. De mitrailleurgroepen op sterkte houden door te putten uit de geweergroepen. 3e. Toezien, dat de mitrailleurgroepen niet in hun vuur belem merd worden door nevengroepen of manschappen daarvan. 4e. Aanwijzen van de opstellingsplaatsen der L. M. (G. M.)'s bij de verdediging en van de daarbij door deze wapenen te vervullen taak. Wij zien hieruit, dat het voornaamste deel der vuurleiding in handen is gekomen der groeps-comdtn. Zie uitvoeriger: „De mil. Speet." 1921 343 e. v. en 463 e. v. 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 45