Kaarteerings Commissie (hetgeen dz. niet bekend is) eene „decentralisatie op indisch cartografisch gebied" in voorbereiding. Toch doet de heer S. zulks voorkomen en moest ik hierboven wel spreken van daardoor „veroorzaakte verwarring" en „gewekt misverstand". Wat dan wel aan de orde was, en nog is, geldt enkel het Reproductiebedrijf van den Topografischen dienst, het welk is uitgegroeid tot een voor alle militaire en civiele lands diensten werkend bedrijf en hetwelk daarop georganiseerd zal moeten worden, d. w. z., dat op de verzorging van alle „grafi sche" behoeften welke het Gouvernement in dit opzicht heelt, dit bedrijf ook bedrijfstechnisch en commercieel, dus organisch en economisch zal zijn in te richten. Bij den uitgroei tot nog toe is zulks niet tot zijn recht gekomen. Mocht te voren een principieele regeling der tegelijk uitgegroeide verhoudingen niet voor de hand hebben gelegen, zulks is intusschen een hoofdvoorwaarde geworden voor een rationeele en zakelijke organisatie van het Reproductiebedrijf van den Topografischen dienst, in het bijzonder door den omvang, welke dit bedrijf, in de laatste tien jaren vooral, heeft gekregen. Deze rationeele regeling brengt mede dat gescheiden worden beoordeeld de eischen van de „verkenning, opneming en kaarteering" en van de „reproductie van kaarten" enz. En het is de fout van het artikel van den heer S. dat het deze zaken niet scheidt, doch nog meer door elkaar werkt, waardoor de beoordeeling door derden niet gemakkelijker wordt. Opneming en kaarteering, het zij nog eens aan gestipt, bestrijken een geheel ander veld en vragen geheel andere deskundigheid, dan de reproductie van kaarten en ander werk en het geeft te denken dat een man van de werk kracht, bekwaamheid en dienstpositie van den Majoor S. zulks niet weet of meent niet te behoeven te scheiden, als hij zich ter zake als paladijn stelt. Moge het ondervolgend resumé .van taak en arbeid van de Commissie voor de Topografische inrichting den belangstellenden lezer en de zich bij de voorgenomen reorganisatie betrokken voelenden beter voorlichten. Aanleiding tot het ontstaan der Commissie voor de Topografi sche Inrichting was een in begin 1919 ingediend voorstel van het Legerbestuur om op de begrooting van 1920 gelden uit te trekken voor den bouw te Bandoeng van lokalen voor het hoofdkantoor van den Topografischen dienst (Departement van Oorlog IXe Afd.) met geografisch kantoor, kaartendepöt, instrumentmakers winkel etc. en van lokalen voor het reproductiebedrijf. De kosten daarvan, oorspronkelijk geraamd op ruim zes ton gouds, werden 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 47