meer een achterstandsopgave te zien of deze als zoodanig voor te stellen. Veel daarvan bleef regelmatig in bewerking. Het feit dat het aantal voor kaartendruk geschikte machines in den laatsten tijd meer dan verdubbeld is en nog verdere aanvulling binnenkort kan worden verwacht, kan op zich zelf al gelden als een verzekering, dat, waar achterstand bestaat, deze zal worden ingehaald. Dat overigens het kaartwerk in de latere jaren niet is verwaarloosd geworden, zooals wel niet door den heer S., doch van andere zijde is beweerd, kan blijken uit de grafiek welke alleen betrekking heeft op de productie van topografisch kaart werk in vijfjarige tijdvakken. Over de algemeene productie kan de mede hierbij afgedrukte grafiek, welke is overgenomen uit het verslag der Commissie, inlichten. De heer S. laat niet na in zijn stuk het thans populaire thema der bezuiniging in dit verband op zijne wijs te zetten. Ik wil daartegen aanvoeren, dat in den achter ons liggenden tijd nog zeer veel reproductiewerk voor den Indischen Staatsdienst door particulieren is verricht, dat zeer duur betaald is geworden, en ook thans wordt er ten laste der Indische begrooting nog veel geld uitgegeven (zegels, aandeelen, leermiddelen enz. enz.) waarop naar mijne meening kon worden gespaard, doordat aan de behoef te in het centrale Reproductiebedrijf billijker kan worden voldaan. Het Reproductiebedrijf op Goenoeng Sarie van heden beschikt thans, nadat de, jarenlang vertraagde, uitzending van machines heeft plaats gehad, in zijn materieele uitrusting en in zijn bekwaam personeel over een uiterst waardevol landsbezit, waarvan het echter een eerste vereischte is dat het zaakkundig wordt beheerd. Centraliseering van dit soort werk in dit bedrijf beteekent geen „geld verslindende uitbreiding", doch besparing, omdat, na eene meer doelmatige groepeering van den staf en aanvulling met goedkoope werkkrachten van onderop, zoowel overeenkomstige kleinere inrichtingen opgeheven zullen kunnen worden als uitgaven aan particuliere inrichtingen in Holland en Indië vermeden. De zuinigheid gebiedt dan ook, niet om eigen bedrijven te verminken en elders duurder ter markt te gaan, doch om met beleid en op economischen grondslag aan eigen werkelijke behoef ten te voldoen door eene centralisatie welke goedkoope productie waarborgt. Mogelijke behoefte aan uitbreiding met goedkoope werkkrach ten, welke, nadat het optimum van productie met de beschikbare middelen is bereikt, nog noodig mocht blijken ter uitvoering van belangrijke opdrachten, behoeft geenszins verhooging van de begrooting met zich te brengen. Het beschikbaar stellen der bedragen tot het maximum van hetgeen thans voor bepaalde voor zieningen aan particulieren en het buitenland wordt uitbetaald zou zeer waarschijnlijk beduidende overschotten c. q. verlagingen laten 54

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 54