houwitsers in Oostenrijk en later ook in Duitschland. Van ver
schillende kanten werd ten slotte geklaagd dat de uitwerking van
het enkele schot te gering was, waardoor het voordeel van berg-
artillerie uitsluitend in den bewegingsoorlog tot zijn recht kwam.
In ieder geval moet bij de constructie van berggeschut getracht
worden te verkrijgen zoo groot mogelijke uitwerking van het
enkele schot.
Maar ook op het gebied van de manoeuvreervaardigheid van
het geschut zijn in den oorlog groote moeilijkheden overwonnen
moeten worden. Hierdoor vooral is de studie van het gebruik van
dit wapen op de gevechtsterreinen van Europa voor ons van
buitengewone beteekenis. Men is er soms wel eens bij ons aan
gewend geraakt te meenen dat wij in onze Indische terreinen het
monopolie bezitten van zware terreinhindernissen en veelal worden
min of meer aan bestrijding onderhevige denkbeelden, die afwijken
van de gangbare meeningen, verdedigd met een beroep op onze
„specifiek Indische" terreinen. Zij die mochten meenen dat onze
bergterreinen iets speciaal lastigs voor onze troepen zullen
opleveren doen goed de lectuur over den bergoorlog in de Tiroler
Alpen en in de Karpathen eens te bestudeeren, terwijl hen, die van
meening zijn dat onze rivieren en onze sawahs nergens anders
bestaande verrassingen zullen opleveren, kan worden aanbevolen
de studie van de Duitsch Oostenrijksche opmarsch over de rivieren
en modderterreinen in Servie in het bijzonder bij de Orsawa groep,
die de verbinding moest bewerkstelligen tusschen de Boelgaren en
het 11de Duitsche leger, en bij de Oostenrijksche berghouwitser-
batterij in datzelfde land.
In het bijzonder werd op tactisch gebied werk geleverd vanuit
vaak vooruitgeschoven opstellingen in lastig terrein, waar door den
tegenstander geen artillerie werd verwacht, vaak ook door het
brengen uit zulk een opstelling van flankeerend vuur, dikwijls door
enkele stukken of secties. Stellingverandering had meestal stuks-
of sectiesgewijs plaats, trouwens het verdeelen van de batterij in
kleinere onderdeelen werd bij de bergartillerie veel meer toegepast
bij den oorlog in bergterrein dan aanvankelijk wel wenschelijk
werd geoordeeld.
Zware marschen en groote geoefendheid van het personeel
speciaal bij bewegingen in bergterrein zijn vaak noodzakelijk
geweest. Een afdeeling Fransche bergartillerie maakte gedurende
16 dagen dagelijks geforceerde marschen in zwaar terrein, waarbij
een hoogte van 2000 M. werd bereikt en zelfs eenmaal gedurende
24 uur een afstand van 70 K. M. werd afgelegd 1). Meest werden
nachtmarschen, ook vooral tegen waarneming uit vliegtuigen
noodzakelijk. De bergen eischen speciale oefening voor dieren en
menschen, die trouwens van huis uit aan zwaardere eischen moeten
Balck, Das Begleiten des Infanterieangriffs durch Artillerie. A.M. 1919
6