b. v. het moreel, of de samenhang besproken". N. o. m. is ook het karakter van de commandeerende generaals een zeer voorname factor. Omtrent de leiding zegt Schr.„De groote suggestieve kracht van zulk een leider schuilt dus in zijn voorbeeld, zijne daden. Daarnevens kan hij ook door zijne woorden, door voortdurend den nadruk te leggen op het zelfde, door herhaling van dezelfde beelden of leuzen, door te speculeeren op 's menschen zucht tot nabootsing, geleidelijk een idee erin hameren. Zijn kracht zal gedeeltelijk ook schuilen in zijn prestige. Voor den officier zijn derhalve uiterlijk voorkomen, uniform, salaris, reisklasse, maalt ij den, ceremonieel en beleefd heidsvormen van beteekenis; eveneens moet hij zelf denken om kennis, gedragingen, wijze van optreden en spreken; immers evengoed als men het prestige kan bevorderen, evengoed kan men het ook schaden; dat behoef ik wel niet toe te lichten. De maatschappij kan het schaden zij doet hiertoe bereids al haar best; de autoriteiten kunnen het schaden hier stellen wij maar (men denke o. a. aan de benoemingen in den mob. tijd); men kan het ook zelf schaden; hier geven wij een minuut voor overpeinzingen." Hoe weinig men zich rekenschap geeft van de psycho logische waarde van de te maken bepalingen blijkt o. a. „Dat men korpo raals aanstelt op onbeteekenende eischen, hen geheel behandelt als en doet samenleven met de manschappen, niet vergt dat de schildwacht eerbewijzen voor hen doet en daarna verwacht dat zij toch prestige zullen hebben." Zullen deze zeer wijze opmerkingen gehoord worden? Wij vreezen dat het de stem des roependen in de woestijn zal zijn. „De Duitsche Intendance in den Wereldoorlog" geeft aan, dat na korten tijd het in ontvangst nemen der levensmiddelen op de „Ausgabesteile" voor twee dagen tegelijk plaats bad. Was op het eindstation teveel aan gevoerd, dan moest dit meerdere toch zoo eenigszins mogelijk door de troepen in ontvangst worden genomen; bij de volgende ontvangst werd het teveel gefourageerde in mindering gebracht." Deze bepaling is minder juist te achten; de niet aan bederf onderhevig zijnde artikelen had men op het eindstation kunnen opleggen. Het slachten had centraal plaats; het vleesch werd per auto 's avonds voor den dag, waarop het zou worden genuttigd, rechtstreeks tot bij de keukenwagens gebracht. Ook vervaar digde de slachterij worst, welke voor het avondrantsoen werd beschikbaar gesteld. Verder treffen we aan, dat men om de aandacht van den vijand niet op de plaats van de keukenwagens te vestigen gebruik maakte v a n houtskool. Zoolang de toestand nog niet stabiel was, werd voorloopig overgegaan tot het uitgeven van de verplegingsmiddelen uit spoorwagens aan het eindstation rechtstreeks aan de proviand- en haverwagens. Later werd een magazijn ingericht. Moest het eten van de keukenwagens naar voren worden gebracht, dan kregen de etenhalers een speciale uitrusting, waaraan goed sluitbare ketels van 5 liter inhoud konden werden beves tigd; ook de drinkwatervoorziening geschiedde op gelijksoortige wijze. In de loopgraven werd, indiende voorziening aan levens middelen niet gewaarborgd was, een magazijn van ver duurzaamde levensmiddelen ingericht, waarin ook water en verlichtingsmiddelen werden ondergebracht. „Fragmenten uit het dagboek van een Brigade-Commandant" bevat aardige lessen. Op den eersten mob. dag schrijft deze comdt „Welk een veine, dat ik een paar maanden geleden bij de geheele Brigade de mob. voor bereiding van a tot z heb laten napluizen. Men mopperde toen wel een beetje, maar nu profiteeren we ervan, want alles blijft kalm en regelmatig verloopen." „6 Aug. Bij herhaling heb ik gevraagd om de telephoonstations der Brigade. Het schijnt dat de Tel. afdeeling ze achterhoudt met het oog op de aanschrijving van April '13, volgens welke die stations eerst naar de troepen gaan, wanneer deze naar het concentratiegebied vertrekken." 71

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 71