A. ten aanzien van onderstellingen voor troepen-oefeningen, waaraan aan beide zijden door ongeveer één Divisie wordt deel genomen. I voor Blauw (eigen land): lste. Alleen voor het geval door een strategische overvalling een vijand er in geslaagd is de concentratie van het veldleger (2 Divisies) te beletten en die vijand daarna oprukt, hetzij in de richting van de lste, hetzij in de richting van de 2de Divisie, kan een Ned.-lnd. Divisie zelfstandig moeten optreden. 2de. Wil men dan een oefening houden met een Ned.-lndische Divisie, als onderdeel van het leger, dan moet in alle andere gevallen uit de onderstelling het bestaande verband met de andere Divisie c. q. ook de Leger-cavalerie, blijken. 3de. Wil men een oefening houden, behalve dan voor het onder lste vermelde geval, waarbij een Divisie geheel zelfstandig op treedt, dan sluit zulks in zich, dat men veronderstelt dat het Ned.- lnd. leger 4 of 5 Divisies sterk is, hetgeen dan in bepaalde gevallen mogelijk maakt een Divisie voor een nevendoel te bestemmen. 4de. Oefeningen, berustende op een strategischen opzet, waar aan een Divisie deelneemt, vereischen terreinen nabij strategische punten (landingspunten), dan wel strategische lijnen, waaronder dan te verstaan de wegen, welke van de opstellingsplaatsen van het geconcentreerde leger voeren naar de mogelijke landings punten. 5de. Het verdient als regel geen aanbeveling voor oefeningen, waarbij bij de Blauwe partij een Divisie optreedt, den strategischen grondslag uit te schakelen. Is men hiertoe gedwongen, bijv. door dat men gebonden is aan andere terreinen dan onder 4de bedoeld, dan trachte men niet een strategisch verband te leggen, doch beschouwe de oefening meer van een technisch standpunt. Dit zal dan den deelnemers moeten blijken; de onderstelling kan dan bijv. eenvoudig luiden als volgt: Een Blauwe Divisie, gelegerd te A., moet een te B. gesignaleer- den vijand aanvallen, dan wel moet marcheeren naar B. en een eventuëelen vijand terugdrijven enz. 11. voor Rood (buitenlandschen vijand) lste. Een landenden vijand op Java make men niet zwakker dan twee Divisies. 2de. Het landen van één Divisie voor een nevendoel op een punt, ver verwijderd van het hoofdlandingspunt, is niet verant woord te achten, als voor het hoofdlandingspunt niet minstens 2 Divisies beschikbaar blijven. 3de. Men neme nimmer aan, dat een gelande vijand ter sterkte van 2 a 3 Divisies één Divisie zelfstandig zal vooruitzenden, even min, dat een zoodanige macht zich bij opmarsch naar het binnen land zal splitsen op zoodanigen afstand, dat de gesplitste deelen elkaar niet kunnen steunen. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 13