over de Divisies door Infanteristen zou worden gevoerd), tegen gelijktijdige inkrimping met 3 Kolonels en 4 Lt.-Kolonels. Waar dus de verhouding in de verschillende hoofdofficiersrangen eenigszins gunstiger zou worden, verwachtte men, dat ook de promotie zou verbeteren. Edoch, het verhoudingscijfer is niet de eenige factor voor den gang der promotie; van nog grooter belang is het verloop. Dit laatste ontstaat door bevordering tot den naast hoogeren rang, door het veriaten van den dienst, dan wel door sterfte. Is het aller laatste een onberekenbare factor, het verlaten van den dienst hangt voor een deel samen met de promotie tot den hoogeren rang. Nu is het vanzelfsprekend, dat van de 13 officieren met een hoogeren rang dan Lt.-Kol. er ook méér den dienst zullen kunnen verlaten, dan van een aantal van 9 officieren, doch het is duidelijk, dat een vermeerdering van het verloop in zijn geheel hierdoor niet zal worden verkregen, tenminste niet in noemenswaardige mate. Te minder zal die promotie in haar geheel door de invoering van het Regimentsverband worden gebaat, waar van de Lt.- Kolonels, die vroeger zouden hebben ingezien, dat het bereiken van den Kolonelsrang voor hen niet was weggelegd en daarom tijdig een debouché in de burgermaatschappij zouden hebben gezocht, bij de vermeerdering van het aantal Kolonelsplaatsen, meerdere nu nog wel een kansje zullen willen wagen. Waaruit volgt, dat het verloop bij de Lt.-Kolonels geringer wordt. Naar onze meening zal een mogelijk grooter verloop in den Kolonelsrang, zooals boven is aangegeven, dit mindere verloop in den Lt.-Kolonelsrang niet vermogen op te heffen. Per slot van rekening zal de promotie tot hoofdofficier er dan op achteruit gaan, tenzij en hierop dient de aandacht gevestigd het ver loop in den Lt.-Kolonelsrang en in den Kolonelsrang vergroot wordt door vermeerdering van het aantal gevallen van gedwon gen verlating van den dienst, pensionneering m. a. w. door de eischen voor Kolonel en voor Generaal zeer hoog te stellen. Bevatten de geruchten, welke thans de ronde doen, waarheid, dan zijn na de gehouden examens voor Kolonel, boven en behalve de thans in functie zijnde 10 Kolonels, nog 8 Lt.-Kolonels geschikt bevonden, terwijl bovendien nog enkele personen nog niet konden worden beoordeeld, welke personen wellicht eveneens de geschikt heid voor den Kolonelsrang zullen behalen. Het wekt wel de aandacht, dat tegenwoordig zoovele overstes de noodige capaciteiten blijken te hebben voor den Kolonelsrang. Hoe dit ook zij, noodzakelijk is het na te gaan, welke gevolgen bedoelde massa-geschiktverklaring voor het Inf.-officierskorps zal hebben. Globaal berekend, zullen voortijdige verlating van den dienst buiten beschouwing latende elke 2 jaar 3 Kolonels den Gene- raalsrang behalen (de Chef van den Generalen Staf kan ook van 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 18