e. het dichtnaaien van het achtersplit en het aanbrengen van de
zijsplitten op de achterpanden.
Óp deze wijze vermaakt tot veldjas, zal het kleedingstuk als
zoodanig kunnen worden afgedragen.
Grijsgroene pantalon. De snit van de pantalon van
grijsgroene stof is gelijk aan dien van de sergen pantalon, ook de
op laatstgenoemd kleedingstuk aangebrachte tresversiering (voor
de Inf. te vervangen door lichtblauw) blijft behouden.
Wanneer bedoelde tresversiering wordt verwijderd, kan de
pantalon bij de veldkleedjng worden afgedragen.
Pet. Van het model als de bestaande pet van donkerblauwe
stof, doch met dit verschil, dat de pet instede van met donkerblauw
serge met dezelfde grijsgroene stof wordt overtrokken, als waarvan
de jas ein de pantalon zijn vervaardigd, dat de klep instede van
recht en vierkant met afgeronde hoeken, vallend en van voren
afgerond is, zoodat het model ongeveer overeenkomt met het
soortgelijke hoofddeksel bij het Nederlandsch Leger in gebruik en
van de Inf. met lichtblauwe bies is versierd.
Pluim. Van het model als bij het Nederlandsche Leger voor de
shako was voorgeschreven, n. 1. van hangend paardehaar, lang 20
c. M., gedragen op den bestaanden voet in de witte of zwarte kleur,
de peer omvlochten met saai, de tulp van geel of wit metaal. Voor
de stafmuzikanten kan de bestaande pluim worden gehandhaafd.
Kwartiermuts. Ongeveer overeenkomende met de thans
in gebruik zijnde bivakmuts, doch met drie biezen in de uitmon-
steringskleur.
Kleur der uitmonstering. Als de bestaande uit
monstering, behalve voor de Inf., die een lichtblauwe uitmonstering
zullen dragen als thans voor den Generalen Staf voorgeschreven.
Soort der knoopen. Voor de uniformjas dezelfde knoopen
als thans op de witte jas gedragen, voor de veldkleeding die van
de bestaande veldkleeding.
Schouderbedekkingen. Van rond kemelsgaren koord
als vroeger op de attila werden gedragen in de uitmonsteringskleur
(rood of blauw).
Halssnoeren. Hiervoor te gebruiken de thans reeds be
staande, doch voor de inf. van lichtblauwe kleur.
V e 1 d k 1 e e d i ng. Aangezien de bestaande veldkleeding goed
voldoet, werd het niet raadzaam geacht daarin wijziging te bren
gen, alleen wordt de nieuwe veldjas voorzien van een enkelen
staanden kraag, hoog 3 c. M. De bestaande rangsonderscheidings-
teekenen voor de militairen beneden den rang van adj.-onderoff.
zullen door de geringe hoogte van den kraag kleiner van afmetingen
dienen te zijn. De nieuwe veldkleeding zal dan van dezelfde stof
worden vervaardigd als de vorenomschreven uniformjas.
Kleeding voor de officieren, onderluits en
adjudante n-o n d e r o f f.
22