Pluim en halssnoeren. Van het bestaande model.
Sjerp. Van oranje zijde, breed 5 c. M., met 2 kwasten met
ronden knoop en 50 dikke franjes, de kwasten der sjerp afhangende
ter lengte van 4 d. M. bevestigd om het lijf door middel van 2
schuifpassanten van wit metaal, dus van hetzelfde model als voor
het Ned. Leger.
Voor de officieren van de Cav. en den Gen. Staf de bestaande
koordsjerp, in verband met de omstandigheid, dat deze officieren
een attila behouden.
Giberne (voor Art. en Cav.). Van het model als vroeger
door de offn van deze wapens werd gedragen.
ad II. Veldkleeding.
Van hetzelfde model en dezelfde stof als voor militairen beneden
den rang van adj.-onderoff. met dezelfde onderscheidingsteekenen
als thans voor de attila voorgeschreven, met dien verstande, dat
voor de Hoofdofficieren de kraag niet is belegd met galon, doch
achter de sterren ter weerszijden van den kraag een schuin ge
plaatsten bies van goud of zilverdraad geborduurd wordt gedragen
van het model als voor de overjas voorgeschreven.
Door de offn enz. van den Gen. Staf, Int. en Mil. Adm. worden
de sterren gedragen op laken belegsels (patjes) van het model
als thans is voorgeschreven voor de veldkleeding, doch niet omzet
met tres.
Aangezien de kwartiermuts (grijsgroene pet) van het bestaande
model komt te vervallen, zal door de officieren bij deze uniform de
grijsgroene pet (kepi) worden gedragen.
Kwartiermuts. Voor gebruik te velde van hetzelfde model
als voor militairen beneden den rang van adj.-onderoff. met dit
verschil, dat de uitmonstering is van gouden of zilveren tres.
ad III. Gala-tenue.
A. Voor alle Wapens en Diensten behalve Cav. en Gen. Staf.
Uniformjas van donkerblauw laken. Van fijn
gekeperd donkerblauw laken.
De jas is voorzien van een staanden kraag, hoog 4 a 7 c. M., de
uiteinden aan de voorzijdë rechtstandig" gesloten met haken en
oogen; de opslagen der mouwen van gelijke stof als de jas en 7
c. M. breed, aan de buitenzijde eindigende in een punt.
De jas is aan de voorzijde voorzien van één rij van 7 knoopen
en achter in de taille twee z. g. half ballon knoopen van verguld of
verzilverd metaal.
De schoot van de jas achter in het midden van af de taille met
een split, aan de buitenzijde met zakkleppen elk met 2 halfballon
knoopen, de panden zoolang, dat de onderkant van deze overeen
stemt met den onderkant van den mouw bij omlaag gestrekten arm.
Om den kraag en langs de voorpanden, de split van achteren,
de achterzakkleppen, de opslagen en de looze splitten der mouwen
is de jas gebiesd met laken in de uitmonsteringskleur.
24