om degenen, die vorenbedoelde moeilijkheden te groot of wel zeer
groot achten, op weg te helpen.
Het manoeuvre voorschrift schrijft in punt 6 voor, dat bij alle
oefeningen naar eenvoud van opzet en handeling moet worden
gestreefd en dat ingewikkelde toestanden en samengestelde op
drachten behooren te worden vermeden.
De punten 27 en 129 schrijven voor hoe de onderstellingen
moeten worden ingekleed en geven aan, dat een, op een algemeen
denkbeeld berustende bijzondere oorlogstoestand zóó kan worden
gesteld, dat de partij-comdt daaruit zelfstandig een besluit moet
nemen, of dat hem een opdracht wordt verstrekt en verder dat
zonder in onnatuurlijkheden te vervallen het bij oefeningen met
kleine verbanden spoedig bezwaarlijk wordt een aangenomen
oorlogstoestand voor meerdere dagen te handhaven.
In deze aanwijzingen van het manoeuvre voorschrift naar het
voorkomt, volkomen duidelijk schuilen de moeilijkheden niet.
Die ontstaan eerst als, aan de hand van die aanwijzingen, gezocht
wordt naar een logische oorlogshandeling, welke op een of meer
voor de oefening beschikbare en daartoe geschikt geachte, terreinen
zou kunnen worden uitgevoerd door een troepenmacht van de
sterkte en samenstelling als waarmede de oefening moet worden
gehouden.
Dat zulks noodzakelijk is, spruit voort uit hetgeen is neergelegd
in punt 1 van het M. V., hierop neerkomende, dat aangezien in den
oorlog elke fout wordt gestraft, het gebiedend noodzakelijk is, in
tijd van vrede door herhaalde, den oorlogstoestand zooveel moge
lijk nabootsende, oefeningen, de aanvoerders ervarenheid en
handigheid bij te brengen, waarop weer gegrond is het voorko
mende in punt 2 van het M. V., dat manoeuvres ten doel hebben
de troepen te verplaatsen in toestanden, welke die van den oorlog
het meest nabij komen. Nu zijn zooals ik hieronder hoop aan
te toonen - logische oorlogshandelingen, als in het vorige lid
bedoeld, betrekkelijk schaarsch, terwijl zooals hiervoor bespro
kendie oorlogshandelingen nabootsende oefeningen veelvuldig
moeten worden gehouden.
In deze tegenstrijdigheid nu zie ik de hoofdoorzaak van de
moeilijkheden bij het ontwerpen van onderstellingen, waarbij uiter
aard zooveel mogelijk naar afwisseling moet worden ge
streefd, eensdeels om de ambitie in de oefeningen te behouden,
anderdeels om te voorkomen, dat degenen, die het aanvoeren van
troepen moeten leeren, zullen gaan imiteeren.
Waarom nu zijn oorlogshandelingen als hiervoor bedoeld,
betrekkelijk schaarsch?
Elke oorlog beoogt, heeft ten doel, met de beschikbare
strijdkrachten 's vijands weermacht te vernietigen.
De kans daartoe is het grootst, als men bij een poging daartoe,
beschikt over een zoo groot mogelijk deel van die strijdkrachten,
2