Het bombardement van 21 Februari. Toen om 6 v. m. het bombardement losbarstte, was juist sedert enkele minuten een peloton v|h 56ste Baton onder Luit. Brouillard aangekomen om de draadversperring te verbeteren. De Jagers, die verspreid in het bosch aan het werk waren, hadden niet allen den tijd zich bij hun afdeeling te verzamelen. Ze schuilden, waar ze konden in de verbindingsloopgraven, in granaattrechters enz. Het was een storm van schroot. De losbrandingen verscheurden de lucht; de bodem trilde en scheurde, alsof hij door mijnen werd opgeblazen; dikke takken vielen, afgehakt door de granaatkartetsen en de granaatscherven; de boomen werden geveld. Al dadelijk werden alle telefonische verbindingen tusschen de commandoposten verbroken. Bijna overal, in het bijzonder bij de C. Pn. No. 2 en 3 werden de schuilplaatsen grootendeels vernield, waarbij de bezettingen werden bedolven en min of meer ernstig verwond. De commandopost van den lsten Luitn Robin bij O6 wordt half verpletterd; eveneens de schuilplaats van de hospitaal soldaten van deze comp. Men zoekt zoo goed mogelijk dekking achter de puinhoopen en in de trechters. De schuilplaatsen, welke gespaard zijn gebleven, zijn versperd door afgevallen takken, of omgevallen boomen; men moet ze vrijmaken onder het vuur, om gereed te zijn, als de aanval zal beginnen. Een granaat van 42 c. M. ontploft bij den C. P. No. 3, waarin zich Séguin bevindt met den lsten Luitn Gosse, de verbindingsmanschappen, de hospitaal soldaten v. d. Comp. en 15 Jagers. De post wordt ontzet; de Jager Sylvert wordt gedood; de jager Vicaire zwaar gewond en 15 geweren worden onbruikbaar gemaakt. Een ander monsterprojectiel valt op een schuilplaats 80 M. N. van H2, waarin de 2de Luit. Brouillard met 15 Jagers dekking hadden gezocht. De schuilplaats wordt verpletterd en de bezetting blijft bedolven onder de balken en rondhouten. Aan één der manschappen gelukt het zich vrij te maken en hij haast zich hulp te halen in H2. Luitenant Leroy zendt dadelijk hulp. Dank zij wonderen van energie gelukt het sergeant Caplain en enkele dapperen, niettegenstaande den toenemenden regen van granaat kartetsen, welke meerdere offers eischt, 9 alle min of meer ernstig gewonde kameraden van onder de puinhoopen te voorschijn te halen. Enkelen hadden vreeselijke brandwonden opgeloopen, doordat de kachel het houtwerk vuur had doen vatten. Eén der gewonden had een verkoold been; een ander, die door een balk aan het hoofd was geraakt, was krankzinnig geworden. De 2de Luit. Brouillard bevond zich onder de dooden. Aangezien verbinding naar voren, of naar achteren, op geen wijze mogelijk is, zijn overste Driant en majoor Renouard verplicht geduldig het eind van de verschrikking af te wachten. In het hevigste van het bombardement verschijnt uit Mormont de 2de Luit. Petitcollot, adjudant van overste Driant, die dien 39

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 39