de laatste kanonschoten waren gevallen, had sergt Léger zijn manschappen gealarmeerd en zijn mitrs in stelling gebracht, waarmee hij dadelijk in het schemerdonker eene inf.-linie onder vuur nam, welke deboucheerde uit het Bois du Miroir. Met een snelvuur maaide hij ze neer; evenzoo verging het een tweede en een derde linie, met het resultaat, dat de vijand hier zijn pogingen niet hernieuwde. De korporaal Pot, die jonger en minder ervaren was en minder overwicht bezat over zijn weliswaar dappere, maar tot tegenspraak geneigde vijf jagers, was niet vlug genoeg met zijn maatregelen. Om te beginnen gaf hij zich niet snel genoeg rekenschap, dat het bombardement was opgehouden en verder ging kostbare tijd verloren met het beraadslagen of de loopgraaf al dan niet weer bezet zou worden; de jagers voelden er bijzonder weinig voor het water weer met emmers te moeten uithozenToen eindelijk de 6 jagers te voorschijn kwamen, stonden ze tegenover eene lange D. tirailleurlinie, welke tot op minder dan 50 M. was gena derd, en waarvan de linkervleugel reeds doorgedrongen was in het Bois Carré en de rechtervleugel in het Hazelbosch. Het was deze rechtervleugel, welke door den armband, welke de manschappen droegen, door Luit. Simon van uit H2 voor ziekendragers waren aangezien en waarop hij het vuur niet had willen openen. Er is geen tijd meer om de mitrailleur in stelling te brengen; aan een verdediging met karabijn en handgranaat valt niet te denken, men staat hier met 6 man tegen 200. Eén der manschappen neemt den loop, een ander den voet, een derde het seingereed- schap, een vierde den steunvork; de beide anderen dekken den terugtocht, een handgranaat in elke hand. De D. hebben hen niet waargenomen en het gelukt hun 09 te bereiken, waar zich het peloton bevortd van adj. O. O. Dandauw. Ongelukkigerwijze had deze zich ook door den aanval laten verrassen. De uit het N. langs den rand van het Bois Carré komen de infanteristen waren met hun armbanden voor ziekendragers aangezien. Op het oogenblik waarop korporaal Pot met zijn mitrailleur O9 bereikte, openden deze „ziekendragers" het vuur De Adj. O. O. was niet tegen de kritieke omstandigheden opgewassen. Zijn peloton werd omsingeld. Hij verloor het hoofd en gaf order tot den terugtocht door den loopgraaf naar H2, welke nog open was. Overste Driant bevond zich daar. Hij deed den van streek zijn- den adj. O. O. geen verwijten; „Het is goed," zeide hij „stel uw jagers verdekt op, laat ze uitrusten, en morgen voor het aanbreken van den dag, herneemt ge uw post." Intusschen zijn de D. meester van het geheele Z. gedeelte van het Bois Carré en de verdedigers van den N. rand, die de aanvallers in het Bois du Miroir tot staan hadden gebracht, worden in den rug bedreigd. 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 43