aan die organisatie, is de Topografische dienst meer nadrukkelijk geworden eene centrale, Indische cartografische instelling. Het is op grond van de conclusiën, waartoe de toenmalige Centralisatie-commissie geraakt is, onjuist te achten, dat met die centralisatie van 1905 alleen bedoeld zou zijn een samentrekken van topografische metingen, en o. in. niet van het daarvoor in aanmerking komend, grafisch verveelvuldigingswerk, in de eerste plaats van dat der kaarten. Een der al dadelijk uit die centralisatie voortvloeiende maatregelen is dan ook geweest de opheffing van de lithografische drukkerij van het Departement der B. O. W. en het overbrengen van den aldaar verrichten arbeidverveelvuldi- ging van kaarten, bestekteekeningen, grafieken enz. naar den Topografischen dienst. Al spoedig daarna werd, mede als gevolg van diezelfde centralisatie, aan dit dienstvak de reproductie opge dragen van al het gewone grafische werk van den Indischen staatsdienst, hetgeen de jaarverslagen en een der grafische voor stellingen in het wederwoord, dan ook duidelijk aantoonen. Dat werk heeft zelfs zulk een omvang kunnen nemen, dat met nog eenige, voorgestelde vermeerdering van buitengewoon werk, onder- werpelijke aangelegenheid aan de orde kon worden gesteld. De centralisatie van opnemings- en kaarteeringswerkzaamheden van 1905 is dan ook geenszins een „gansch andere zaak" dan wij voorop hebben gesteld zij heeft de thans door den Heer v. d. W. voorgestane centralisatie van grafisch reproductiewerk goed deels reeds verwezenlijkt. Indien echter, zooals de Heer v. d. W. wenscht, de bestaande grenzen van dat werk zoodanig zouden worden verlegd, dat de afronding der cartografische organisatie en daardoor haar goed functioneerende kracht bedreigd worden, omdat daardoor een deel van haar aloude taak de verveelvuldiging van haar eigen werk zou moeten worden overgedragen aan een onafhankelijke leiding, dan vermeenen wij, dat op redelijke gronden gesproken mag worden, zoowel van een voor genomen splitsing van den Topografischen dienst als van een decentralisatie op Indisch cartografisch gebied Het is oneigenlijk om te zeggen: „Er is niet aan de orde, noch aan de orde gesteld, een splitsing van den Topografischen dienst, voor zoover dit opneming en kaarteering 2) betreftals niettemin een splitsing van dat dienstvak wordt beoogd, de cartografische belangen rechtstreeks betreffende. En welke meerdere waarde is hier te hechten aan de uitspraak omtrent een Hoewel de Permanente commissie in het leven is geroepen voor de gecentraliseerde metingen en niet voor het reproductiewerk, omdat dit reeds onder haren voorzitter ressorteerde en nergens anders meer kon geschieden, zijn de kaarteeringsarbeid en de verveelvuldiging der daarbij verkregen uitkomsten niet geheel gescheiden te beoordeelen. De Commissie kan daarom niet onverschillig staan tegenover ingrij pende maatregelen t. a. v. het cartografische reproductiewerk. 2). In de 'oeteekenis van „topografische metingen" (zie Noot bladz. 48). 50

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 50