en hoe onbekrompener de middelen tot uitvoering ter beschikking kunnen worden gesteld, hoe vollediger de verschillende afdeelingen weder zullen zijn onderverdeeld en van hoe veelzijdiger nut de resultaten kunnen zijn; er zijn weinig organisaties aan te wijzen, welker arbeidsvermogen zoo volledige „Ausnützung" toelaat als een in primitieve landschappen arbeidende topografische centrale. De reproductie-afdeeling moet den veldarbeid op den voet volgen, daarvoor het pad zooveel mogelijk effenen door tijdroo- vend grafisch werk aan zich te trekken; zij moet de verkregen uitkomsten snel en in eiken gewenschten vorm onder ieders bereik brengen, terwijl er veel overleg en samenwerking met den ter- reinarbeid en vooral met de geografische afdeeling, moet zijn. Kan daaraan niet worden voldaan, dan wordt niet alleen het werk der overige afdeelingen bezwaarlijker, doch is het gelijk te stellen met het aanleggen van een bibliotheek van enkel manuscripten, welker gegeven door het gering profijt, dat daarvan kan worden getrokken als zij nog juist en volledig zijn, de kosten en de energie aan het verzamelen besteed, niet waard zijn. Als nu de Heer v. d. W. zulk een afgeronde, en in alle onderdeelen naar eenzelfde doel georiënteerde, organisatie acht te zijn een samen voeging van „een reproductie-bedrijf met het hoofdkantoor van een terreinopnemingsdienst, welke een zoo geheel ander karakter heeft", dan treft ons deze meening minder door het wederom oneigenlijke der daaraan ten grondslag liggende voorstelling van zaken, dan door de omstandigheid, dat zij de uiting is van een op algemeen technisch-organisatorisch gebied zoo erkend bekwame kracht als de Heer v. d. W. Dat bij de verschillende afdeelingen eene afzonderlijke deskun digheid wordt vereischt, zal wel niemand den Heer v. d. W. willen tegenspreken. Zelfs de onderdeelen van elk vereischen dit veelal, de reproductie-afdeeling allerminst uitgezonderd. Desniet temin zien wij, om een zakelijk voorbeeld te noemen, de Haagsche Topografische inrichting onder den Nederlandschen Qeneralen staf uitnemende resultaten verkrijgen, in Britsch-Indië de repro- ductie-afdeelingen geplaatst onder den Survevor-General, en in ver schillende Europeesche staten, althans voor den oorlog, hetzelfde als daar en hier. De Heer v. d. W. verklaart verder, dat naar zijn meening de verhouding waarin het reproductie-bedrijf in zijn huidigen omvang gekomen is, als organisatie onverantwoordelijk is; dat er in de leiding een halfslachtige toestand bestaat; dat er geen afgebakende noch °zakelijk organische verhoudingen zijn, en dat het gemis daarvan sterk gevoeld wordt; enz Het zou voor een ieder veel begrijpelijker en voor den Heer v. d. W. een gemakkelijke taak zijn geweest, als een en ander duidelijk ware toegelicht. Velen zullen zich afvragen, wat verstaan moet worden onder zakelijk organische verhoudingen, wat onder „een 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 52