61
Schr. vraagt zich af of de totale uitgaven, thans verbonden aan de
steunpilaren (leger en G. P.) van het B.B. niet voor vermindering vatbaar
zijn door een betere regeling van de G. P., een reorganisatie, beter
nog een totale vervanging der G. P. door Inf. en is er blijkbaar thans
reeds van overtuigd, dat vervanging van G. P. door Garn. inf. een belang
rijke besparing kan opleveren, welke overtuiging van Schr. ons toch wel
een beetje praematuur wil voorkomen; men is hier in Indië over het
algemeen genomen wel wat erg vlot met zijn overtuiging, een beetje meer
bedachtzaamheid zou in dit opzicht heelemaal geen kwaad kunnen, minder
dwingen tot altijd vrij bedenkelijke volte-face".
Verder deelt Schr. als zijn oordeel mede, dat op de huidige B. V. uitgaven
bezuinigingen mogelijk zijn, terwijl verschillende uitgaven, welke hij noodig
acht om den boel weer (hier veroorloven we ons een zeer groot vraag-
teeken) eens goed op pooten te zetten, korten tijd uitgesteld, of over
langere perioden verdeeld kunnen worden.
We zouden, wat dit betreft, willen herinneren aan het bekende, in Indië
naarstiglijk over de gehcele lijn beoefende, spreekwoord„Van uitstel komt
afstel" en achten uitstelconcessies van militaire zijde aan de hand gedaan,
voor zooverre het noodig geoordeelde zaken betreft, in hooge mate uit
den booze.
Voor de Regeering ligt de zaak geheel anders, deze kan moeten dringen
in de richting van uitstel, ook voor wat noodige zaken betreft, maar zulks
ligt allerminst op den weg van militaire schrijvers, zij juist moeten de
bezwaren aan het uitstel van noodig geachte zaken doen uitkomen en
onzes inziens valt slechts te laken, het in den laatsten tijd herhaaldelijk
ongevraagd uit den hoek komen met voorstellen waardoor, naar eigen
meening, het leger tijdelijk minder-, om niet te zeggen ongeschikt wordt
(blijft) voor zijn taak.
Duidelijkheidshalve zij aangeteekend. dat wij hier niet bedoelen de niet
beslist noodige, dus minder belangrijke zaken, of zouden afkeu
ren het wijzen op ev. geldverspilling, het gaat hier om „conditiones
sine qua non", over het nalaten, of uitstellen, van maatregelen
ONVERMIJDELIJK om het leger bruikbaar te doen zijn voor de B. V.
taak, zonder welke maatregelen ALLE uitgaven op dat gebied onder het
begrip „geldverspilling" vailen; maatregelen, zonder welke het misda
dig is ev. den bedoelden strijd aan te binden.
Nu zal ongetwijfeld ovesr de mate van noodzakelijkheid van sommige
dier maatregelen geen communis opinio bestaan, maar het is toch in elk
geval allerminst voor tegenspraak vatbaar, dat het onverantwoordelijk
is bij het handhaven van de B. V. taak om nog langer klakkeloos te
berusten in het ontbreken van een voldoende uitrusting met automatische
inf. wapens, met moderne art. en met vliegtuigen, laat staan om van mi
litaire zijde terzake uitstel voor te stellen.
Terugkeerende tot het artikel, deelt Schr. mede, dat het niet noodig is,
dat het leger jaar en dag oefent en niets anders doet dan oefenen.
Accoord, het zoude zeer veel aanbeveling verdienen terzake eens een
nieuw systeem in te voeren, echter hieraan zit heel wat meer vast, dan
men, onvoldoende insider zijnde, wellicht zou denken. Het is echter ver
moedelijk niet onuitvoerbaar—als men ernslig wil—om de vele bezwaren uit
den weg te ruimen.
Men zal echter moeten beginnen met de erkenning, dat—ondanks al het
oefenen—het leger thans op velerlei gebied onvoldoende geoefend is, dus
met het oefenen moeten aanvangen. Is een bepaald onderdeel goed
geoefend, dan kan het jaren lang voor een ander doel worden benut.
Schr. wil een groot geheel (de Staatsmacht) vormen voor de vervul
ling van de totale taak van Leger, Gew. en Veldpolitie en wil zelfs als
we het goed begrijpen - de art. laten meedoen aan de actieve steunpi-
Iaartaak.