68
We vermoeden, dat Schr., indien hij zich thans in Indië bevond, wel
raar zou opzien, nu men bezig is met het snoeimes te zetten in of liever
met afbreken van wat gedurende jaren met veel moeite is opgebouwd op
het gebied van de defensie. Politieke belangen zijn n. o. m. hiermede niet
gemoeid, doch die van het Kapitaal
Uit het vervolg van „Studie over het gebruik van art." blijkt, dat Schr.
toch ook niet veel verwacht van de art.-bestrijding. We vinden n.l.
aangegeven„Gelukt het niet met eenige zekerheid de op
stelling van vijandelijke battn te bepalen, dan zal de D. G.
A. hare, tijdens den naderingsmarsch begonnen, taak kunnen voortzetten.
Het zal dan aanbeveling verdienen deze vuren, waarvan in het algemeen
geen belangrijke uitwerking te verwachten is, slechts
door eenige der best gedekte battn te doen uitvoeren".
Bij de nabijverdediging, tijdens welke „in den regel de geheele
art. van de Div. groep" met loslating van de v ij an del ij ke
art., aan het tegenvoorbereidingsvuur zal deelnemen" wordt verklaard:
dat het resultaat van de art. bestr ij ding en dus ook de
daardoor aan de inf. indirect verleende steun steeds
onzeker i s".
Het is hoog noodig, dat proefondervindelijk wordt uitgemaakt, of hierin
Indië in de terreinen, waarin we hoogst waarschijnlijk zullen moeten
optreden wel sprake zal kunnen zijn van art. bestrijdingen of het vuur op groote
afstanden wel mogelijk is, want deze beide zaken beheerschen het vraagstuk
van geschutkeuze en van het gebruik van de artillerie.
Verder wordt aangetroffen „De eerste pogingen tot verovering van de
Dardanellen".
Uit „Gegevens vreemde legers" vinden we ten aanzien van België ver
meld, dat vrijwilligers met minstens 5 jaren werkelijken dienst en goeden
staat van dienst een voorkeurrecht op eene betrekking bij Staat, Provincie
of Gemeente hebben, terwijl de mil. diensttijd boven 4 jaar in aanmerking
komt voor dienstouderdom in de burgerbetrekking Verder is ook in dat
land het instituut der vóóroefeningen ingevoerd. Zij, die niet tenminste
voldoen aan de mil. voorgeoefendheid in den eersten graad, zullen een
maand eerder onder de wapenen worden geroepen om hunne mil. voor
geoefendheid te voltooien; deze maand evenwel nog afgescheiden van de
twee maanden, welke als gevolg van onvoldoende lichamelijke geoefendheid
eerder moeten worden opgekomen.
Cav. Tijdschrift, Aug. „Èene geïmproviseerde Lichte Brigade in Aug.'16"
geeft aan welke nadeelen verbonden kunnen zijn aan een samenstellen van
een Cav. Brigade gedurende de operatiën.
„Losse gedachten" geeft te kennen, dat als regel bij een verkenning de
cav. veel te lang te paard blijft en wanneer iets ontdekt is, men naderbij
rijdt om beter te kunnen zien, hetgeen volgens Schr. voor een groot deel
te wijten is aan het gemis van goede kijkers. Bij Schr.'s eskadron is zegge
één bruikbare kijker- Verder geeft hij te kennen, dat het aftellen vanuit
het midden thans als verouderd is te beschouwen; waar nu groepsgewijze
moet worden opgetreden, behooren deze onderdeelen in het peloton op
zich zelf en afgescheiden van de andere te zijn opgesteld. „Wil men
dezelfde groepen, welke in de linie naast elkaar zitten, in de colonne
achter elkaar doen volgen, dan moet gebroken worden met het systeem
van aftellen en afmarcheeren van uit het midden van het peloton, en
opmarcheeren in de linie naar beide zijden Het streven om het peloton
als een vaste aaneengesloten blok te krijgen, met het oog op een gesloten
aanval, is aanleiding geweest tot doorvoering van deze beginselen. Voorts
verdient het aanbeveling iedere man zijn vaste plaats te geven in het
peloton, ten einde zekerheid te hebben dat in de verspreide orde de
specialiteiten over de verschillende groepen verdeeld zijn. In verband met
de geringe sterkte van de Ned. Cav. zal men zich bij verkenningen moeten
beperken tot het bezetten in samenwerking met wielrijders enz. van