Voorts voor de officieren van de Cav. een sabeltasch van zwart verlakt Ieder met drie verlakt lederen draagriemen; op het midden der tasch het wanendistenctief als op de schouderbedek kingen van de witte jas, doch van verzilverd metaal. Met het vorenstaande is een kort overzicht gegeven van de be staande plannen voor de nieuw in te voeren uniformen. Na het indienen van het verslag werd beslist, dat met deze uniformen voor de mindere militairen een uitgebreide proef zou worden genomen, doch de oorlog was oorzaak, dat de benoodigde stoffage niet uit Nederland kon worden betrokken, in verband waarmede de proef werd uitgesteld, totdat t. g. t. de benoodigde stoffage in Indië zou zijn ontvangen. In de tweede helft van het vorige jaar werd eindelijk de reeds vier jaren te voren aangevraagde stoffage ontvangen en nadat weer eenigen tijd verloren ging, doordat de gevangenis te Cheribon geruimen tijd behoefde om proefmodellen van lichtblauwe hals snoeren, schouderpassanten enz. aan te maken, werd aan den Leger-commandant een uitgewerkt voorstel tot het houden van de proef voorgelegd, welk voorstel werd goedgekeurd. Thans zal met ingang van 1 Januari 1923 de nieuwe kleeding in gebruik worden gegeven, voor zooveel mogelijk aan dienst plichtigen, omdat deze niet voor overplaatsing in aanmerking komen en ook de moeilijkheid betreffende het verrekenen met het kleedinggeld wordt vermeden, daar dienstplichtigen kleeding op dracht ontvangen. Aangezien bij de Cav. en de Veldart. geen dienstplichtigen zijn ingedeeld, moesten bij die wapens noodgedrongen vrijwilligers voor de proef worden aangewezen. Aan de proef zullen deelnemen: 50 dienstplichtigen van de Art.-militie-compagnie, 40 dienstplichtigen van het Korps Genietroepen, 50 dienstplichtigen van de dienstplicht-compagnie te Buitenzorg, 10 dienstplichtigen bij de afdeeling Ordonnanswielrijders, 35 vrijwillig dienende militairen van A. I Vd. 35 vrijwillig dienende militairen van C. 1. Aan ieder van deze militairen zal dan worden verstrekt: een grijsgroene uniformjas, een id. broek gebiesd, twee id. veld- jassen, twee id. broek ongebiesd, een id. pet, een id. kwartiermuts, een stel halssnoeren en een pluim. Ten einde de proef volkomen tot zijn recht te doen komen, zal bepaald moeten worden, dat gedurende den proeftijd alleen de nieuwe uniform mag worden gedragen en dat het bezigen van buitenmodel kleeding niet geoorloofd zal zijn. Nadat de proef een half jaar zal hebben geduurd, zal daaromtrent verslag dienen te worden uitgebracht en van die verslagen zal het afhangen, of zal worden besloten, al dan niet tot de invoering van 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 26