zou een gansch andere zaak zijn dan wij vermeenen, dat zij is. Anders zegt de Heer v. d. W. zou centralisatie betee- kenen het bij elkaar brengen en houden van functies van principiëel verschillenden aard, of wel zijn het belemmeren van een fabriek matig bedrijf, welke beteekenis het samenvoegen zou hebben van wat de Heer v. d. W. aanduidt als„het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst met het hoofdkantoor van een terreinopnemingsdienst, welke een zoo geheel ander karakter heeft". Het is duidelijk, dat de Heer v. d. W. aan de in 1905 plaats gevonden centralisatie van opnemings- en kaarteeringswerkzaam- heden de beperkte beteekenis toekent van te zijn een samentrekking van uitsluitend topografische metingen; dat hij onder den Topo grafischen dienst feitelijk en alleen verstaat een terreinopnemings dienst, terwijl de plaats, welke de reproductie-afdeeling in het bestaand cartografisch verband inneemt, door hem een onjuiste wordt geacht. Deze van dien kant waarlijk niet te verwachten uitspraken zijn wel geschikt om een ter zake niet geheel deskundigen lezer aan het twijfelen te brengen en toonen duidelijk aan, hoe nuttig het is geweest om de aandacht te vestigen op de bedreigde belangen der Indische cartografie. Er is een omissie in den gedachtengang van den Heer v. d. W., nml. dat geen aandacht wordt geschonken aan op kaarteeringsgebied algemeen als juist erkende, organische rege len. De samenstelling van den Topografischen dienst en van diens reproductie-afdeeling zijn geen product van het toeval, en evenmin ontstaan uit spontane verwezenlijking van een streng persoonlijk of zuiver locaal inzicht. Zij resulteeren uit een langdurig wordings proces, dat nauwgezet onderzoek vereischt om fouten, welke men vermeent daarin te ontdekken, naar waarde te kunnen schatten en verbeteren; evengoed als de samenstelling zelf behooren die verbeteringen gegrondvest te zijn op wat rede, overleg en prac- tische ervaring hier en elders voor onze Indische omstandigheden als nuttig en goed hebben doen kennen. Sedert 1884, toen na 30 jaren van misverstand en scheiding, een geodetische afdeeling gevoegd werd bij den toenmaligen terrein opnemingsdienst, en tevens de verveelvuldiging van de cartogra fische resultaten in eigen hand was genomen, vormt de Topografi sche dienst een afgeronde, cartografische organisatie. Aan1 die afronding heeft deze het vermogen ontleend om bij de toene mende belangstelling voor en ontwikkeling van deze gewesten, gelijken tred te kunnen houden met de stijgende vraag naar aardrijkskundige voorlichting. Toen, wederom na veel misverstand en erger, in 1905 de voorziening in die vraag-zij het ook in nog minder volmaakten vorm gecentraliseerd en toevertrouwd werd 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 49