Naar aanleiding van bovenstaande woorden zij het mij veroor loofd het volgende in het midden te brengen: Zooals de jongste generatie van officieren zeker niet zal weten, werd in 1917 een nieuw Reglement op den Geneeskundigen dienst te velde ingevoerd, welk reglement geheel afwijkt van dat in andere landen, met name die welke den oorlog voerden. Tegen dat nieuwe reglement ben ik met kracht ten strijde getrokken in het I. M. T., in de I. K. V. en in het Orgaan van de N. I. O. V. o. a. op grond, dat een goede leiding van den M. G. D. in oorlogstijd moet berusten op studie, welke studie door het invoeren van het nieuwe, geheel afwijkende, reglement vrijwel onmogelijk waj geworden. Ik waarschuwde tevens tegen eene, blijkbaar in de bedoeling liggende en geheel in overeenstemming met het nieuwe reglement zijnde, „schablonenartige" voering van de geneeskundige taktiek te velde. Men zal dus begrijpen met hoeveel genoegen en voldoening ik de bovenstaande woorden van den heer Sieburgh las. Maar terwijl die woorden mij aan de eene zijde veel genoegen deden, stelden zij van eene andere zijde toch ook weder te leur. De teleurstelling bestaat daarin, dat zij werden geschreven door een officier van den Staf en niet door een officier van den Genees kundigen Dienst. De heer Sieburgh houde mij deze woorden ten goede, het is niet tot hem, dat ik een woord van verwijt wil richten, integendeel ik apprecieer zijn streven ten volle, waar de militaire artsen in deze in gebreke bleven. Mijn verwijt treft geheel den M. G. D., omdat ik uit het feit, dat een officier van den Staf en niet een officier van Gezondheid het bovenstaande heeft geschreven, afleid, dat nog altijd bij den M. G. D. eene wetenschappelijke studie van dien dienst in oorlogstijd niet wordt beoefend. Daarvoor is eene verzachtende omstandigheid n. 1. het tegen woordige reglement, dat zooals ik reeds heb gezegd -eene wetenschappelijke vorming van de daarvoor in aanmerking komen de militaire artsen tegengaat en weinig plaats laat voor handelingen buiten dat reglement. Ik wil er hier even op wijzen, dat Adam in zijn boekje: „Médecins et militaires" welk boekje zeker wel in de bibliotheek van het D. v. O. zal zijn opgenomen, uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd tegen eene geneeskundige leiding in den strijd, slechts gegrond op een reglement. Het meest liep echter de gewonden-afvoer van het slagveld bij het Fransche leger in de war, toen aan de genees kundige leiders een kapitein van de Staf als adviseur werd toege voegd, aan wiens adviezen zij zich gewoonlijk hadden te houden. De ondervinding heeft geleerd, dat die gewonden-afvoer het beste geschiedt onder leiding van hen, die hebben geleerd zoowel militair, als geneeskundig, te denken. In verband hiermede vestig 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 22