Ook in H2 hebben alle onderdeelen de gevechtsstelling ingenomen (3 sectiën v. d. Comp. Simons, de sectie Understork, waarbij kapt. Hamel, 2 sectiën v. h. 56ste Baton, 2 sectiën pioniers, 5 mitrailleurs, telegrafisten, en het schrijvers-personeel). Het Hazelbosch bestaat niet meer en al dadelijk kan de bedoeling der D. gemakkelijk worden onderkend. Terwijl op het front het handgemeen woedt, déboucheeren D. troepen, ter sterkte van onge veer een regiment, uit het Bois du Miroir en verdwijnen in het ravijn tusschen het bosch van Haumont en het Hazelbosch. Andere van ongeveer gelijke sterkte, dalen af van de hellingen bij Ville. Binnen een uur kan deze kring van 5000 a 6000 man bezuiden H2 gesloten zijn om de Fr. Jagers. Op minder dan 800 M. worden op deze prachtige doelen enkele vuurlagen met kanonnen en mitrailleurs afgegeven, maar men moet zuinig zijn met de munitie; deze moet worden opgespaard voor het laatste oogenblik. Tevergeefs worden tot 38 roode vuurpijlen afgeschoten om sper vuur van de art. te vragen. Het weer is heiïg; de pijlen worden niet gezien. De bericht-officier van de afdeeling Chappat snelt naar den Z. boschrand om den seinpost te herstellen, die den vorigen avond nog goed werkte, maar nu ontredderd is. Hij slaagt er in een nieuwe sein-verbinding tot stand te brengen, maar niets helpt. De Fr. art. is door de overweldigende overmacht der D. zoodanig ontredderd, dat ze niet meer in staat is den voortgang van den aanvaller noemenswaard te stuiten. De 3 Compn in voorste linie stierven op hun post. Ze werden onder den voet geloopen door twee regimenten en daar ze zich niet wilden overgeven, lieten de D. 2 Batons achter om met hen af te rekenen en trokken met de rest door, zonder zich verder om hen te bekommeren. Kapt. Séguin was uit de voorste loopgraven teruggetrokken en had de overblijvenden van zijn 3 sectiën geconcentreerd in O8, en O'8 in de verbindingsloopgraaf. Daarna had hij, met behulp van zijn sergeant-majoor, zijn ordonnansen en zijn kok,'getracht vóór zijn commandopost een hindernis aan te brengen, waarachter vuur naar het Oosten kon worden gebracht, aangezien de door vlam- menspuiten voorafgegane vijand ook tusschen 07. en 08. was gedrongen. Nog voor dat hij gereed was, werd hij in front door 1 Comp. aangevallen; 2 of 3 Compn drongen door tusschen 07. en 08., ongeveer 1 Baton viel O'8, in den rug aan. Het geleek op een opkomenden vloed, in welks midden de 50 jagers van Séguin weldra nog slechts een klein eilandje vormden. Geen 6 geweren zijn meer bruikbaar; het gevecht wordt met hand granaten voortgezet. Steeds nadert de vijand; het eilandje wordt kleiner; er zijn nog slechts 40 jagers van de 7de Comp., daarna nog slechts 30, 20 0'8. is genomen. 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 26