Comdt te hulp gezonden, bevindt zich in den boschrand bij den 3-sprong van de wegen naar Flabas en Ville. Het eerst verschijnen de D. om 1 uur tusschen den weg van Flabas en het boschje 307. Ze trachten zonder schieten den aanval door te zetten, maar het vuur van de sectiën Spitz, Froment en Carré (cornp. Simon) brengt ze tot staan. Met de uiterste kalmte leidt Driant het gevecht. Goed schutter als hij altijd geweest is, staat hij zelf met een geweer in de hand en noemt na elk schot het punt, waar hij afgekomen is. Zijn kalmte en opgewektheid houden bij allen den moed er in. Munitie en granaten heeft men voldoende en niettegenstaande de vijandelijke torpedo's, die zoo nu en dan 5 a 6 jagers tegelijk bedelven en de mitrailleurs, welke geheele rijen tegelijk wegmaaien, wordt de strijd meer dan twee uur volgehouden. Overal zijn de D. tot staan gebracht, maar de Fr. gelederen zijn gedecimeerd. Er blijven slechts een 80 man over. Adj. O. O. Carré is doodelijk getroffen door een kogel. Nu trachten de D. den hoofdaanval te doen op den Fr. rechter vleugel en om 2.30 uur ziet men D. vlammenwerpers de draad versperring vernielen en de fascines in brand steken tusschen H' en H2. Bovendien nestelen zich schutters in granaattrechters achter H2 en maken het verblijf in de linker loopgraaf onmogelijk. Ze moet worden ontruimd. Profiteerend van de komst van een in het bosch verdwaalde patrouille van het 165ste onder commando van den 2den Luit. Yves Guyot, doet Luit. Simon, versterkt met deze patrouille, een schitterenden uitval, welke het terrein bezuiden H2 schoonveegt en 8 gevangenen in handen der jagers doet vallen. Yves Guyot vindt echter hierbij den dood. Onmiddellijk wordt de verlaten linker loopgraaf van H2 weer bezet en kapt Héry van het 165ste doet het terrein ten Z. van H3 door een uitval schoonvegen, wat een oogenblik den rug der verdedigers vrij maakt. De betrekkelijke rust duurt echter niet lang: om 3 nm. wordt een geweldige stoot gedaan op H3. Een geheel Regiment komt daar te voorschijn, loopt de halve sectie Lépine onder den voet, vernielt draadversperring en fascines en werpt het, tot op y4 gedeelte van zijn sterkte ingestonken, peloton van kapt. Berveiller terug op Joli-Coeur. Bij H2 neemt alles, wat nog staan kan, deel aan het gevecht. Ordonnansen, telefonisten, pioniers, koks, plantons, bediening manschappen van de 5,8 cM. kanonnen en van de mitrailleurs; alles inbegrepen kunnen niet meer dan 70 a 80 manschappen aan het gevecht deelnemen. De officieren nemen elk het commando over een gedeelte. Intusschen is H' blijkbaar gevallen; langs den weg van Ville 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 29