komt een nieuw D. Baton aanstormen. Luit. Berger vaagt met zijn mitrailleur geheele rijen van den vijand weg. Luit. Undenstork, die al aan de hand gewond is, stormt met zijn sectie de aanvallers tegemoet. Een hagel van projectielen begroet hem en doet hem zwaar gewond neerstorten. Luit. Debeugny snelt naar voren om zijn plaats in te nemen, maar valt onmiddellijk neer, gewond door een kogel in de keel. Onderluit. Leroy vervangt hen oogenblikkeiijk en brengt de enkele overlevenden van de sectie terug naar de loopgraven, waar zij het vuurgevecht voortzetten. Het einde nadert echter. De D. hebben langs den weg van Ville een kanon vooruitgebracht en openen daarmede op 400 M. afstand het vuur op H2; aldta is de mitr. van Luit berger vernield en wordt H2 onhoudbaar. Gelijktijdig hebben van de zijde van H3 talrijke D. colonnes terrein gewonnen in de richting van joli-Coeur en hebben vijandelijke schutters zich genesteld in den rug van de verdedigers van H2, die alleen naar het N. gedekt zijn. Er moet een beslissing worden genomen; maar wie zou het wagen overste Driant van terugtrekken te spreken. Dat kan alleen iemand, die hem nog niet goed kent. De kapt. Hamel, die eeist kort bij het Korps dient, spreekt den overste aan en stelt in het licht, dat de plicht gebiedt nog te redden, wat gered kan worden; het zijn evenzooveel verdedigers gered voor volgende dagen. Majoor Renouard en kapitein Vincent, om advies gevraagd, zijn van dezelfde meening en met een bloedend hart geeft eindelijk overste Driant order om terug te trekken. Elk officier moet het co nemen over een tiental jagers en daarmede, gebruik makende van de dekking, welke de granaat trechters bieden, den omtrek van Beaumont zien te bereiken. De comp. Simon moet den terugtocht dekken, door 10 minuten in stelling te blijven en dan een sectie, welke zich zal hebben op te offeren, achter te laten om den vijand zoolang mogelijk tegen te houden. Deze eer zal te beurt vallen aan de nog slechts 6 man sterke sectie van den 2den Luit. Spitz. De order tot terug trekken wordt aan de comp. Héry van het 165ste overgebracht door 2den Luit. Leroy. In H2 wordt alles, wat voor den vijand van waarde zou kunnen zijn, verbrand of vernield. Jager Vasseux heeft er zelfs aan gedacht de reserve-vivres met kolfslagen onbruikbaar te maken en een vaatje rhum te doen leegloopen. Overste Driant heeft zich in beweging gezet. Voorop kapt. Vincent met zijn ordonnans, jager Lefebvre en een onderofficier- mitraillist van het 165ste, dan de verbindingsmanschappen, de fouriers en hoornblazers van het 2de Baton. Daarop volgt Driant met fourier Leclerc en jager Papin. Renouard loopt alleen achter aan. Rechts en links wordt deze groep beschermd door de 10 over- 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 30