gebleven jagers van de sectie- Crampel, waarbij de sergeanten Secrêt en Coisne. Overste Driant blijft zich zelf ook nu gelijk. Bij het passeeren van de verbandplaats van dokter Baudin blijft hij staan om de gewonden een opwekkend woord toe te voegen. Maar Luit. Simon, die den terugtocht moet dekken, komt reeds met de eenige 20 man, welke hem van zijn comp. overblijven. De tijd is kostbaar, te meer daar de sectie Spitz, waarvan de comdt door een torpedo verdoofd is, het niet lang genoeg heeft kunnen houden. In front weet Simon, prachtig bijgestaan door serg.-maj. Savart, met zijn handvol dapperen de D. nog op ongeveer 60 M. afstand te houden. Maar op de flanken winnen zij snel terrein. Ze hebben al mitrailleurs opgesteld op den weg ten Z. van La Haye Beaumont, halfweg Joli-Coeur; men voelt hun tegenwoordigheid in den rand van de bosschen van Champneuville en La Wavrille. De twee ruggen, welke den terugtrekkenden Fr. nog scheiden van Beaumont, worden bestreken door convergeerend vuur. Buiten het bosch wordt al wat leeft door mitrailleurvuur neergemaaid. De jagers zijn uiteen gegaan en probeeren allen voor zich, van den eenen trechter op den anderen, vooruit te komen. Jager Lefebvre heeft een loop graafje weten te bereiken op 200 M. van den rand. Kapitein Vincent is gewond en loopt moeizaam. De overste bevindt zich op 50 M. van Lefebvre in een granaattrechter met fourier Leclerc en jager Papin. Papin wordt getroffen; de overste legt hem een voorloopig verband aan, drukt hem de hand en gaat dan alleen vooruit naar de loopgraaf, waar Lefebvre op hem wacht. In plaats van dekking te zoeken in het terrein, gaat hij recht op zijn doel af. Op 10 M. daarvan gekomen krijgt hij een kogel in het voorhoofd en valt onbewegelijk neer. Dicht daarlangs passeert op dat oogenblik maj. Renouard, op weg naar het Z.; hij verdwijnt achter een hoogte en niemand ziet hem ooit meer terug. Tegen 8 uur n. m. kruisten de terugtrekkende groepen Fransche troepen op een weg naar Verdun: het was een Baton van het 2de Regt Zouaven op weg naar het Hazelbosch om de jagers te ver sterken. Om 5 uur n. m. had overste de Pire, Comdt van het 60ste Regt Inf., opdracht gekregen het bois du Fay te hernemen. Dit gelukte in den nacht, maar van de prachtige troepen van Driant was zoo goed als niets over: in kleine groepjes verzamelden zich in den nacht langzamerhand te Vacherauville: van het 56ste Baton: kapt. Vincent (twee maal gewond), kapt. Hamel, kapt. Berveiller, Luit. Raux en 2de Luit. Grasset met een zestigtal jagers. 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 31