hadden kunnen worden beperkt en de kans op succes grooter ware geweest. We zien nu vrijwel overal, waar de aanvaller is doorgedrongen, de verdediger tot teruggaan gedwongen, of tot den laatsten man afgemaakt, omdat hij in den rug geheel weerloos is. Voorts treft de groote mate van passiviteit betracht bij het gebruik van de reserve. Lag het in de bedoeling den strijd tot het uiterste te voeren in de voorste linie, dan had op 21 Februari veel eerder en met veel sterker afdeeling een tegenaanval moeten worden gedaan op de op den L. vleugel doorgedrongen D. De aanval op 22 Februari ondernomen, toen de D. al gelegenheid hadden gehad op hun verhaal te komen en met slechts 3 zwakke sectiën, kwam te laat. Een krachtige aanval kort na het binnen dringen der D. had, gelet op de resultaten bereikt door het zwakke troepje van Robin (20 jagers), veel kans op succes gehad. In de inmiddels ingevallen duisternis moet waarschijnlijk de verklaring worden gezien van het late ingrijpen. Lag het niet in de bedoeling den strijd in de voorste linie krachtig te steunen door middel van tegenaanvallen uit de reserve, dan had van meet af aan duidelijk bekend gesteld moeten worden' dat de hoofdweerstand zou worden geboden in de H.-linie; in dat geval had de strijd in de voorste linie niet tot het bitter einde moeten zijn gestreden en had daaruit tijdig op die H.-linie moeten zijn teruggetrokken, welke dan krachtiger had moeten zijn gemaakt dan zij nu was (gelegenheid tot kruisvuur, steunpunten). Ook derwijze, waarop door de hoogere commando's met de reser ves is gewerkt, is aan bedenking onderhevig. Het „qui trop embrasse, mal treint", kwam hier wel tot zijn recht en het niet inzetten van een gedeelte der Brigade-reserve uit vrees, dat bepaalde punten, waar nog geen direct gevaar was, zouden worden ontbloot, heeft er toe geleid, dat op het punt, waar de toestand werkelijk kritiek was, de hoogst noodige hulp uitbleef. Het niet gebruiken van het 60ste Regt door den Div.-Comdt, toen het nog tijd was, omdat dit regiment nog noodig was om loopgraven te maken en nog niet tot zijn beschikking was gesteld, getuigt m. i. van weinig initiatief. Ware de toestemming tot gebruik van dit Regt telefonisch gevraagd, of ware indien zulks onmogelijk was het regiment onder nadere goedkeuring ingezet, wellicht had de catastrophe in het Hazelbosch nog kunnen zijn voorkomen. Toen de slachting al had plaats gehad en het Regt eindelijk werd ingezet, gelukte het tenminste de D. weer uit het veroverde bois du Fay terug te werpen. Om terug te keeren tot den strijd in de voorste linie, treft het, dat herhaaldelijk aan verzoeken om aanvulling van munitie en handgranaten gedaan door de commandanten der Compn in voorste linie, niet of niet voldoende is voldaan. Waar uit het verhaal van 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 33