den strijd in H2o blijkt, dat daar een voldoende voorraad was moet dit een ernstige fout worden genoemd. Ten slotte een woord over de artillerie. Waar niet nader is aangeduid, welke opdracht aan de verschillende afdeelingen was gegeven, en slechts ter loops wordt gewaagd van „kanonnen", (en?) kanonnen van 5,8 cM., zonder dat iets wordt medegedeeld omtrent juiste opstelling en gebruik, moet worden afgezien van gedetailleerde beschouwingen over het gebruik van dat wapen. De indruk, welke men uit het relaas van maj. Grasset krijgt, is dat de inf. al bitter weinig steun van zijn art. heeft gehad. Als verklaring wordt aangevoerd, dat deze door het overweldigend vuur des vijands grootendeels was ontredderd en dat de vuurpijl signalen niet werden gezien door het heiige weer; waar echter blijkt, dat op 22 Februari nog krachtig art.-vuur van 7,5 cM. kan worden afgegeven op het bois Carré en waar men niet had mogen verzuimen een dubbele verbinding met de art. tot stand te brengen voor het geval de vuurpijlen niet zouden worden opgemerkt, blijft de slotindruk, dat de prestatiën van de art. zijn gebleven beneden hetgeen in redelijkheid had mogen worden verwacht. 6. ENKELE PUNTEN UIT HET NEDERLANDSCHE ONTWERP ALGEMEENE GEVECHTSVOORSCHRIFT. (Vervolg). IV. DE STELLINGOORLOG. 116. BEGRIP. De stellingoorlog is eene phase van den bewe gingsoorlog, waarbij, mede door het op uitgebreide schaal benutten van versterkt terrein, een dikwijls langdurig evenwicht in krachten der in onmiddellijke voeling zijnde tegenstanders is ontstaan. A. De verdediging. a. Keuze der stelling. 117. BEPALEN VAN BELOOP. Nadat de A. B. heeft beslist, dat tot hardnekkige verdediging zal worden overgegaan en eene verdedigingstelling zal worden ingenomen, bepaalt hij in groote trekken het beloop daarvan; zulks geschiedt eveneens wanneer met het oog op het vermoedelijk verloop der operatiën eene stelling- moet worden voorbereid. 118. EISCHEN. De voornaamste eischen, waaraan een stelling ter hardnekkige verdediging zooveel mogelijk moet voldoen, zijn: lste. mogelijkheid, om flankeerend vuur af te geven vóór langs de weerstandskernen en de weerstandsloopgraven, aangezien van de uitwerking van écharpeer- en enfileervuur groote uitkomsten 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 34