In het begin van den oorlog werden 30.000 man troepen, met 7300 paarden, van Australië naar Egypte vervoerd. Daarvoor werden gebruikt 38 schepen met een totaal inhoud van 321.540 ton. De reis duurde 35 dagen, waarbij 2 ligdagen om water en kolen te Colombo in te nemen, inbegrepen. De afstand was rond 6000 mijlen. De schepen waren in 5 divisies verdeeld, waarbij de gelijkwaardige schepen vereenigd werden. De ge middelde snelheid bedroeg 9'/2 tot 11 knoopen, gevende een gemiddelden dagafstand van 244 mijl. De divisies hadden een tusschenruimte van 4 kabel- en de schepen een onderlingen af stand van 2 kabellengten. (1 kabel: 219.5 M). De geneesk. dienst had enkele schepen voor „overbevolkt" verklaard, zoodat één schip, de „Southern", was ingedeeld van 4.769 ton met 5 officieren, 136 man en 281 paarden aan boord. Dit schip kon met moeite 10'/2 mijl halen en werd zoo het zwarte schaap van het convooi, became the cynosure of every eye, regarded in turn with interest, mirth, derision and finally anger and compas sion," schrijft de oorlogscorrespondent Schuier aan The Age (Melbourne). De andere schepen konden alle 11V2 tot 15 mijl bereiken. De indeeling van de ..Southern" verlengde de reis dientengevolge met een tweetal dagen Aan boord van de groot ste schepen (12 en 14 duizend ton) konden de troepen op het dek blootsvoets op de maat der muziek hun marschvaardigheid eenigermate onderhouden. Op de kleinere was geen ruimte be schikbaar Gaat men de capaciteit schip voor schip na, dan komt men tot zeer uiteenloopende getallen. Het vermogen, troepen te laden hangt in hooge mate af van de inrichting van het schip, vooral de indeeling der dekken. Uit de in het werk „Australia in Arms" (Ph. E. Schuier) voorkomende opgaven zijn de in bijgaand staatje vermelde gegevens genomen: de eerste 7 schepen speciaal inf. schepen, de laatste 7 paardenschepen. De daaruit berekende, in het staatje opgegeven, gemiddelden loopen vrij sterk uiteen, en geven zelve weer een algemeen gemiddelde van 7,4 ton (alles inbegrepen) per man en 13,7 per paard (met inbegrip van ver zorgend personeel). Neemt men het gemiddelde per schip, of 789 man, dan komt dit overeen met het getal 770 genoemd op blz. 35 van de be kende aflevering Kr. Wetensch. van de hand van Gen. Spruijt. Bij de beoordeeling moet in aanmerking genomen, dat het hier een zeer lange zeereis gold, zoodat veel vivres, fourage, water en kolen moesten worden medegenomen, wat de boven berekende hooge gemiddelden veroorzaakte. De tonnenmaat liep uiteen van 4594 tot 14.947 ton per schip; rond 8000 ton gemiddeld. Men houde echter in het oog, dat dit een transport betreft van troepen georganiseerd op een thans verouderde wijze. De moderne toevoeging van mitrs verhoogt 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 47