63 Kolonel, niet laag kunnen worden genoemd, kan het niet anders of de selectie heeft op minder afdoende wijze plaats gehad". Ook uit een oogpunt van verzekerde aanvulling acht de Schr. verbetering der promotie noodig. Verder worden in beschouwing genomen de rol, die het toeval bij de promotie speelt en allerlei consequenties daaraan verbonden, welke voor een groot deel te ondervangen zijn, door bij pensioenen, huizen, reizen en weduwenpensioenen niet de rangen, doch de diensttijden in rekening te brengen. Schr. zegt o. m.: „Door de zeer ongelijke promotiekansen heeft men thans den toestand, dat van twee, gelijktijdig van de K. M. A. geko men officieren de een als overste van de Genie eene leidende positie in neemt, terwijl de andere nog als Kapitein van de inf. eene zeer onderge schikte betrekking bekleedt. Dit verschil voelt men niet alleen in den dienst, maar ook daarbuiten in de burgermaatschappij. Een hoofdofficier wordt door de burgers anders beschouwd, dan een Kapitein. En vooral den laatsten tijd is dit meer tot uiting gekomen, nu er bij enkele wapens Kapiteins zijn met 6 en 7 jaar dienst". In verband met de plannen tot overnemen van de taak dei G P., zij nog het volgende aangehaald: „Werden in het voorgaande voornamelijk de verhoudingen in de officierswereld in beschouwing genomen, thans nog een enkel woord over die ten opzichte van een andere categorie van gouv -ambtenaren, met name die van B. B. De Controleurs in de Buiten gewesten worden na 10 jaar dienst als Controleur of 12 a 13 van af Ads- pirant-Controleur met den Rang en Titel van Assistent-Resident, belast met de aan laatstgenoemde betrekking verbonden werkkring. Voor de kapiteins der inf. met zooveel meer dienstjaren kan dit aanleiding geven tot zeer onaangename verhoudingen en ongewenschte toestanden. We hebben hier niet alleen het oog op de positie van officieren-civiel- gezaghebber, maar denken eveneens aan de nieuw vast te stellen verhou dingen tusschen de officieren en de Ambtenaren B. B. na de doorvoering van het beginsel om het leger in de B. G. met de politiek-politioneele taak tc belasten" Te vermelden vallen verder een ingezonden schrijven, waarin betoogd wordt, dat inderlijd bij den overgang van de oude naar de nieuwe tracte- menten te veel werd ingehouden voor het Weduwen en Weezenfonds, verder de rubriek. „Uit Pers en Periodiek", „Vereenigingsnieuws" en tenslotte „Inlichtingen van het Informatiekantoor" (over Geneeskundige verzorging in Nederland). 10. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN, door H. Mavors Juli. „De „Aga" seinlamp" geeft een beschrijving van deze lamp, toegelicht door verschillende afbeeldingen. „Uit „De nieuwe dienstplichtwet en de reorganisatie van de weermacht", aangevende op welke wijze de militiedistricten over het land zijn ver deeld, zij medegedeeld, dat de dienstplichtigen, behoudens uitzonderingen, gedurende hun geheelen diensttijd in registratie blijven bij het regt, waarbij zij oorspronkelijk werden ingedeeld, ongeacht ev. verhuizing. Deze methode heeft tot gevolg meer vervoer gedurende de mobilisatie, hetgeen in ons land met zijn korte afstanden niet zoo erg is, doch voorkomt aan den anderen kant zeer veel geschrijf. Het zou overweging verdienen na te gaan of deze methode ook niet voor ons van voordeel zal zijn, waar bij ons de kans op een strategische overvalling veel geringer is en wij dus meet. tijd voor het noodige vervoer beschikbaar hebben. „Aanwijzingen bij de opleiding der inf." opent geen nieuwe gezichtspun ten,,De spitscompagnie" wordt ter lezing aanbevolen; Schr. beschrijft de wijze van optreden van dit veiligheidsorgaan (sterk 1 comp. inf., 1 sectie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 63