voornamelijk met automatische camera's, opgehangen in een één
persoons toestel, waarmee dan een seriebeeld wordt genomen.
En waar nu het moderne toestel, inzonderheid het hierboven
gewenschte van oogen en verstand al heel weinig attentie eischt,
gedurende het vliegen, daar zijn we mijns inziens den tijd te boven,
dat nog een tweede persoon, speciaal als verkenner, of waarnemer,
in het vliegtuig medegaat. Ook de overige functies van den waar
nemer kunnen zonder veel moeite op den officier bestuurder over
gaan (in het Engelsche leger moet de piloot ook radio-telegrafisch
kunnen seinen).
Hierdoor kan dus de aanmerkelijke gewichtsbesparing voor het
toestel verkregen worden.
Een escadrille van 8-10 dergelijke toestellen kan dan bestaan
uit een bemanning van een luitenant-commandant, die, naar het
oude beginsel, is: de ziel der waarneming, terwijl de overige
toestellen, evenals nu alleen optredende als ondersteuningsvlieg
tuigen, slechts een soldaat of gegraduëerde tot bestuurder hebben.
In 't kort dus te vergelijken met een peloton cavalerie, dat als
verkenningspatrouille optreedt. En dit kan, want geen vliegenier
zal beweren, dat het moderne vliegtuig, met uitzondering van
starten en landen, meer attentie van hem eischt dan het paard van
den cavalerist.
Ook in het gevecht met andere vliegtuigen, dus optredende als
jagers, kan met die escadrille worden volstaan. Wat manoeuvreer
vaardigheid betreft is een klein toestel altijd in het voordeel bij
een grooter, terwijl we den eisch van „zeer maniabel" aan het
toestel hebben gesteld. En wat nu de mindere snelheid dan die van
een jager met een 300 P. K. motor betreft, in het eigenlijke gevecht
is snelheid maar een betrekkelijk voordeel en treedt de vliegcapa-
citeit van den bestuurder veel meer op den voorgrond. Bovendien
is de verlangde snelheid voldoende tegen het gemiddelde verken
ningsvliegtuig, dat zeker niet sneller is. Het nadeel van mindere
snelheid tegenover bovengenoemde groote jagers is dan te ont
gaan door voor overmacht zorg te dragen.
Terwijl wij nimmer in staat zullen zijn, voldoende van dergelijke
groote jagers te bezitten, om daarmee de lucht schoon te vegen,
omdat alleen onze geldmiddelen zulks al niet toelaten, zullen we
met de door mij gewenschte toestellen wél een overmacht kunnen
ontwikkelen, die gevoegd bij de geringe kwetsbaarheid, zeer veel
kans op succes biedt tegen grootere vijandelijke jachtvliegtuigen.
(Een enkel schot door het groote radiatorkopvlak van den thans
hier in gebruik zijnde Fokker-jager stelt dit toestel al heel spoedig
buiten gevecht).
Ten behoeve der vuurleiding van de artillerie is het toestel ook
ruim voldoende, wanneer eenvoudig een artillerist als escadrille
commandant optreedt.
19