't Eenige bezwaar zou zijn, dat het vliegtuig minder geschikt is voor bommenwerper. Wil men daarvoor een enkel escadrille grootere toestellen, dan is daartegen weinig bezwaar, doch gezien de weinige practische resultaten met bommenwerpen in dezen oorlog verkregen, ('t succes was gewoonlijk alleen van moreelen aard) ook al omdat de zware bommenwerper voorzichtig moest zijn, aangezien hij niet gemakkelijk uit de voeten kwam, lijkt mij het gemis hiervan geen groot nadeel. Een enkele lichte bom aan elk toestel van een daarvoor aangewezen escadrille gehangen, kan bovendien nog heel wat van die projectielen te gewilder plaatse brengen. Ten slotte zou voor bommenwerpen een marine-escadrille te benutten zijn, daar de marine wel degelijk met succes toestellen voor dit bedrijf kan gebruiken tegenover de moeilijk te camoufleeren oorlogs- en transportschepen. Wat nu verder de vliegtechnische eigenschappen van het toestel betreft, was de eisch een lage landingssnelheid en wel omdat de terreingesteldheid hier zulks verlangt. Want voor een toestel dat 45 K. M. minimum zweefsnelheid bezit, is een terreinstrook van 50 M. lengte voldoende voor starten en landen. Wil men hier in Indië inderdaad ook vasthouden aan het beginsel, dat de escadrille-commandant na zijne verkenning persoonlijk rapport uitbrengt aan den betrokken bevelvoerende, dan moet men hem in de gelegenheid weten te stellen niet te ver van de stand plaats van dien chef te kunnen landen. En in onze terreinen kan dit alleen, als we met kleine terreintjes genoegen kunnen nemen. Thans kan dit niet, is 600 M. de gewone eisch, waaraan zelden is te voldoen, met gevolg natuurlijk, dat 't rapport gewoonlijk zeer laat, zoo niet te laat komt en het bij de berichten (uit bericht- kokers) blijft. Maar bovendien geeft deze lage landingssnelheid een enorme versterking van het moreel, een factor, die bij den eisch, dat ook soldaten als bestuurder moeten kunnen optreden, van veel belang is. Immers de wetenschap, dat bij gedwongen daling, onverschillig door welke oorzaak, het vrij onverschillig is waar het toestel terecht komt, aangezien het zelfs in een natte sawah of dichte begroeiïng niet zooals de huidige, aan spaanders gaat, maar hoogstens op z'n neus komt te staan, of in 't ergste geval over den kop gaat, oefent een zeer weldadigen invloed uit op het zenuwgestel van den bestuurder. Terwijl ten overvloede er bijna altijd wel een klein lapje grond, benoodigd voor den uitloop, is te vinden en men dus niet, zooals thans, vliegt met de volle wetenschap, dat slechts het toeval van een gunstig terrein in de buurt en niet z'n vliegcapa- citeit in de eerste plaats hem kan bewaren voor vernieling van het toestel met den aankleve van dien. Om ten slotte te komen tot het financieel gedeelte, zelfs onze berooide schatkist stelt ons in staat een 1000-tal van deze toestellen 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 20