64. In plaats van aanwenden, te schrijven aanleggen van het noodverband. Gebruikt met dit personeel tusschen de voorste lijn en de gewondennesten, dan zal het vrij spoedig buiten gevecht zijn gesteld! 65 Het is o. i. niet voldoende, dat het geneeskundig personeel tegen het euvel „Drückeberger" waakt. Daartegen moeten uitge breide maatregelen worden genomen. 68. Om redenen, ontvouwd in bovenaangehaald 1. M. T., kan met dit én nier de volgende artikelen moeilijk worden ingestemd. De droeve practijk zal blijkbaar moeten leeren welk inzicht het juiste is! 84. Dit art. behoort beter in den Velddienst thuis, handelt niet over het gevecht. 86. Aannemende, dat principieel de G. H. geen tactisch leerboek is, zou dit artikel kunnen vervallen. 88. Ie zin. Dit is bijzonder omslachtig beschreven en daardoor onduidelijk; als de bedoeling goed wordt begrepen, wordt de volgende redactie voorgesteld: „De afdeeling, die tot de omvatting „wordt aangewezen, moet slechts zoover uitbuigen, dat bij dien 'aanval haar vleugel niet wordt vermengd met dien van de front- groep". 2e zin. Bij een flankaanval is er geen sprake van uit buigen (zie punt 448 Inf. II). Dit zou dus een apart punt moeten zijn. 89. Meer beslist gezegd: „De aanval tegen de flank moet steeds verrassend en gelijktijdig met een aanval in het front worden uit gevoerd". 90. Dit zijn weer tactische beschouwingen. 91. De eerste alinea is ons niet duidelijk. De tweede zou positiever kunnen luiden: „De hoofdaanval wordt uitsluitend gericht op dat gedeelte van de vijandelijke Unie, welke men meent dat het zwakste is". 93. De eerste alinea is feitelijk een herhaling van punt 83 en ware daar onder te brengen. 97. Toch niet alleen bij die (vetgedrukte) tegenstooten? In- tusschen, als er geen tegenstoot is, is het standhouden nogal eenvoudig. Wat wil men met den derden zin zeggen? 98. De tweede zin wordt niet begrepen, of is tusschen eersten en tweeden zin een schakel uitgevallen? Bovendien is de laatste zinsnede niet logisch. 101. In beginsel wordt dus altijd een deel der artillerie als contrabatterij aangewezen. Naar onze manoeuvre-ervaring is nog nimmer een vijandelijke batterij kunnen worden ontdekt, of daarvan de plaats zoodanig kunnen worden vastgesteld, dat zij onder vuur kon worden 15 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 15