kelijkte, omdat zij toeliet, dat de eene ambulance, de andere verving, beantwoordde zij slechts aan veel te eenvoudige chirurgische en medische eischen. Automatisch werden echter sedert 1914 een zeker aantal ambulances, zoowel wat personeel als materiëel aan gaat, langzamerhand gespecialiseerd, wat zeer in het belang der zieken en gewonden en ook van den geneeskundigen dienst was. Bovendien werden aan deze ambulances in 1915 zg. auto-chirs toegevoegd. Dit waren ambulance-auto's ingericht voor een groot aantal operaties en voorzien van uitgezocht personeel en materiëel. Van af 1916 werkten de kleine ambulances (type 1910) meestal ter hoogte van de algemeene reserve van een Legerkorps met hun tweeën, drieën of vieren naast elkaar en verrichtten voornamelijk chirurgischen arbeid. Verder werden de evacuatie-hospitalen, in den aanvang zoo klein, dat zij geheel in een verkooplokaal van een klein goederen station ondergebracht konden worden, na een jaar uitgebreid tot evacuatie-hospitalen met een groot bedrijf. De zieken en gewon den moesten grootendeels onder dak gebracht worden in tenten en barakken, omdat de noodige lokalen ontbraken om zoo'n groot aantal bedden te plaatsen. Oorspronkelijk bestemd voor 800 bedden, werden zij tijdens de gevechten bij de Aisne in 1917 opgevoerd tot 3000. Deze kolossale uitbreiding was mogelijk door de groote stabiliteit der fronten. Na den aanval der Duitschers in Juni 1918 bleek evenwel het gevaar van de groote formaties te veel naar voren. Zij waren, afgezien van de kans bij een plotseling vooruit gaan van den vijand verliezen te lijden, bij herhaling blootgesteld aan beschietingen van verdragend geschut en uit vliegtuigen. Men ging daarom over tot échelonneering in de diepte, d. w. z. men richtte even als te voren betrekkelijk dicht bij het front een rij evacuatie-hospitalen (höpitaux d'évacuation primaire) op en daarenboven meer naar achteren een tweede rij (höpitaux d'évacuation secondaire). Bovendien beschikte men nog meer naar achteren over formaties om bij onvoorziene omstandigheden dienst te doen. De evacuatie-hospitalen hebben gedurende den oorlog uitnemende diensten bewezen. Waar in Indië het spoorwegnet ijl is en daarin talrijke kunst werken voorkomen b. v. op de lijn Poerwakarta Bandoeng vele bruggen en een enkele tunnel, zoodat de spoorwegen buitengewoon kwetsbaar zijn, zal het zeer gemakkelijk zijn met bommen uit vliegtuigen het geheele verkeer naar achteren over een breede terreinstrook stop te zetten. Van afvoer van zieken en gewonden naar de concentratie-hospitalen zal dan geen sprake kunnen zijn. Met deze mogelijkheid zal de geneeskundige dienst ter dege rekening hebben te houden d. w. z. het evacuatie-hospitaal zal daarom berekend moeten zijn op het onder dak brengen van een zeer groot aantal gewonden, terwijl het modern zal moeten zijn uitgerust. (Ik wees hierop reeds in het I. M. T. van 1921 No. 5). 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 23