mitrailleurs in de meeste en van lichte bommenwerpers en
geschut in sommige gevallen aan. Ook Rohrbeck (zie zijn
„Taktik" p. 740) stelt zich op een dergelijk standpunt. In deze
deel ik evenwel geheel de Fransche meening, ontwikkelt in hoofd
stuk VII, 3e onderdeel, van Culmann's „Cours de tactique générale",
waarbij de wachten tot hunne oorspronkelijke eenvoudige betee-
kenis worden teruggebracht.
Aan het voorgaande kunnen ongetwijfeld nog tal van bijzonder
heden toegevoegd worden, afdaling in details is evenwel door mij
vermeden, omdat het doel was, te belichten de grondbeginselen
voor den V. P. D. dienst, die juist door die details zoo menigmaal
in verdrukking zijn geraakt.
5. ENKELE PUNTEN UIT HET NEDERLANDSCHE ONTWERP
ALGEMEENE GEVECHTSVOORSCHRIFT.
lste gedeelte (Slot).
d. Samenwerking en taak der verschillende
wapens.
145. SAMENWERKING. De voornaamste taak van den D. C.
is om de samenwerking der wapens in het gevecht nauwkeurig te
regelen en blijvend te bevorderen. Waar deze samenwerking voor
een deel wordt tot stand gebracht door middel van seinen, mogen
geen nieuwe seinen worden vastgesteld of mag aan vastgestelde
seinen geen andere beteekenis worden gehecht zonder goedkeuring
van den D. C. Wanneer eene divisie in divisiegroepsverband
optreedt moet deze goedkeuring door den D.G.C. worden verleend.
De Infanterie.
146. TAAK. De inf. verdedigt tot het uiterste het aan haar
toevertrouwde stellinggedeelte. Wanneer de vijand in de hwl. is
doorgedrongen, zullen de regts-, bataljons-, c. q. comp.-reserves
hem door tegenstooten op eigen gezag wederom terugwerpen. De
divisie-reserve of deelen daarvan doen tegenaanvallen op last van
den D. C., waarbij al dan niet eene inleidende art.-beschieting
voorafgaat.
Achter of nabij bijzonder blootgestelde punten in de eigen
stelling, welke vermoedelijk door de tegenpartij als aanvalsdoel
zullen gekozen worden, kunnen troepen voor onmiddellijke, zoo
mogelijk flankeerend in te zetten tegenaanvallen gereed gesteld
worden. Ook zal de eigen art. het vuren op dergelijke punten
moeten voorbereiden.
147. INF.-VUREN. Terwijl op bepaalde gevechtsmomenten de
verdediging met vuur bestaat in het afgeven van de eigenlijke inf.-
vuren uit geweren, lichte mitrs en granaatgeweren, zal de inf.
bovendien te allen tijde in hare loopgraven eenige goede schutters,
36