152. KLEINE OFFENSIEVE ONDERNEMINGEN. Afgezien van
de noodzakelijkheid om veelvuldig inf.-afdn uit te zenden voor
verkenningsdoeleinden, is het gewenscht den vijand steeds door
kleine ondernemingen te verontrusten en afbreuk te
doen. Daardoor wordt tevens de aanvalsgeest van de eigen troepen
vaardig gehouden. Ook kunnen deze ondernemingen ten doel
hebben om bepaalde battn, mitr.-nesten, steunpunten e. d. te ver
nielen, gevangenen te maken, bevelen of andere gewichtige
documenten buit te maken.
De steun van art.-vuur bij een en ander is dikwijls noodig. In
beginsel mag geen nacht voorbijgaan, zonder dat van ieder batal
jonsvak uit, afdn ter verkenning of verontrusting van den vijand
zijn vooruitgegaan. De D. C. zullen hieraan te allen tijde de hand
houden. De verkenningen zullen als regel bij het aanbreken van
den dag, dan wel gemaskeerd door rook, overdag moeten plaats
vinden.
De artillerie.
153. TAAK. De art. steunt de inf. bij het verdedigen van de
stelling, en wel door het:
lste. bemoeilijken van 's vijands nadering reeds op de grootst
mogelijke afstanden (storend vuur);
2de. bestrijden van de vijandelijke art. en wel in de eerste plaats
van de battn, welke de eigen loopgraven en organen der nabijver-
dediging beschieten, voorts van de battn, welke aan 's vijands
afsluitingsvuren deelnemen (vernielingsvuur); het beschie
ten van waarnemingsposten, kabelballons, munitiemagazijnen e. d.
is veelal een goed middel om de art. te bestrijden;
3de. vernielen van loopgraven, hindernissen, mitr.-nesten, bom
menwerperstellingen, uitkijkposten en andere werken met hunne
bezetting, welke den vijand bij een ev. aanval het meeste van nut
kunnen zijn (vernielingsvuur);
4de. beletten, dat de vijand bepaalde lijnen of punten voorbij
gaat (afsluitingsvuur);
5de. brengen van afsluitingsvuur kort vóór (200 a 300 M.) de
hwl. (stormvuur);
6de. bestrijden van luchtdoelen en vechtwagens;
7de. bemoeilijken van 's vijands aan- en afvoer, troepenverplaat
singen, werkzaamheden e. d. (storend vuur);
8ste. beschieten van ten aanval gereed gestelde troepen (v e r-
nielingsvuur). Voor de opdrachten, onder 3, 5 en 8ste ver
meld, kunnen de bommenwerpers ook goede diensten bewijzen.
154. REGELING VAN HET ART.-VUUR. De regeling der vuren
sub 1, 2 en 7 van punt 153 genoemd en der vuren op luchtdoelen
berust bij den Fr. A. C., die daartoe over vuurmonden van zwaar
kaliber en luchtafweergeschut moet beschikken, bovendien kan hij
voor het bestrijden der vijandelijke art. een of meer battn der
divisiën aanwijzen, mits hunne werkzaamheid ten behoeve van
38