57 gestort, terwijl Nederland een bedrag van 1 van die inkomsten daarin bijdraagt, hetgeen na 15 jaar een totaal van ruim 400 millioen zou geven als basis voor de verbetering der defensie. Mocht op dat tijdstip, het „recht" in het statenverkeer belangrijke vor deringen op de „macht" hebben verkregen en daardoor de uitgave en verdere onkosten aan eene behoorlijke defensie te besteden, overbodig zijn te achten, dan kan aan het fonds alsnog eene andere bestemming worden gegeven. Voorloopig echter zij de taak van het Leger beperkt tot de handhaving van rust en orde en ZIE MEN VAN DE VERDEDIGING TEGEN EEN B. V. AF, alzoo Schr. Z. i. moet men echter voorzichtig zijn met vermindering der sterkte; de bezuiniging moet niet gevonden worden in vermindering, maar door de strijdkrachten te land te gebruiken als politieleger door haar de taak te doen overnemen van de G. P. en van de Veldpolitie, die niet gelijk waardig aan het leger zijn te achten. Bezuiniging moet voorts verkregen worden door het vermijden van uitgaven voor nieuw materiëel en door belangrijke inkrimping van de art. en den vliegdienst. 9. ORGAAN N. 1. O. V. DEC. door D. B. Van F. T. een artikel, met plaat, over moderne veldversterkingskunst, een nuttige bijdrage, vooral waar ten onzent over de moderne verster kingen en -verdediging over het geheel genomen nog onvoldoend vaste begrippen bestaan. Jammer, dat Schr. niet als voorbeeld een opstelling op een terrein van Java (b. v. bij een groot garnizoen) heeft gegeven, instede van een schematische schets. Op het volgende zij de aandacht gevestigd „Alzoo is gebroken met de oude methode, waarbij een inf.-lijn werd gekozen en er achter de art. met opgegeven „minimum afstand". In de eerste plaats moeten de art. waarnemingspunten gekozen worden en de batt.-stellingen, dan de opstellingen voor zware mitrs. Daarnaar richt zich de inf., welker opstelling aan de art. nauw keurig bekend moet zijn. Op de aldus bepaalde gebogen en gebroken, zich met het terrein vervormende lijn moeten de madsen-en geweergroepen zich verdeelen over kleine steunpunten en nesten. Mogelijk worden hier of daar enkele schutters ter misleiding geplaatst, verdeeld over een breed front, doch dan loopt men het gevaar, dat ze uitwijken, wat behoorlijk georganiseerde gevechtsgroepen niet doen. Om dit te verkrijgen, moeten 't is een onverbiddelijke eisch madsen- en geweergroepen in de sectie doorloopend v e r m e n g d zijn. Een organisatie, waarbij de madsengeweren nog steeds als iets afzonder lijks beschouwd worden, is oud, brengt ons niet waar wij wezen m o e t e n. Uit dien hoofde is het evenzeer te betreuren, dat er regimenten zijn, waarbij in vredestijd niet reeds behooren, de zware mitrs, waarmede de compagniën, de sectiën, de groepen als het ware moeten vastgroeien". „De grondvorm voor het beloop van gevechtsdekkingen of gemeenschap pen is geenszins de rechte lijn loodrecht op de hoofdrichting, waarin men wenscht te vuren, doch het tracé volgt de vormen van den bodem. Waterafvoer is wel de voornaamste factor, die een geringe afwijking van dezen regel mag veroorzaken. Een tracé, dat niet geënfileerd kan worden vermeerdert de dekking. Voor zooverre het tracé daarin niet kan voorzien, moeten traversen worden aangelegd. Het gebroken tracé geeft tevens gelegenheid tot het onmisbare flanke ment. De aanwezigheid van goed gedekte, door den vijand niet vermoede en geheim gehouden (d. i. zoo lang mogelijk niet vurende) voorgelegen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 57