62 10. DE N.I. VERLOFSOFFICIER Nov. en Dec. Nr, door D. B. 1 is, weder geheel gewijd aan de quaestie van den overgang, welke in het gedrang schijnt te zullen komen. De Vereeniging won het oordeel in van een jurist— wiens advies in de aflevering is opgenomen—omtrent de vraag of de Regeering het recht heeft den overgang niet te doen plaats vinden waar eenmaal de stellige verwachting was gewekt, dat onder bepaalde voorwaarden overgang zou worden toegestaan en de aangele genheid zelfs reeds bij K.B. principieel was vastgelegd. Het advies luidt ontkennend. Gewezen zij verder op een artikeltje, getiteld: „Het Verlofskader (in Ned.)/ v No. 12 is het laatste nummer, dat van dit periodiek zal verschijnen Men trett er in aan eenige regelingen voor verdere vorming van Veriofsperso- neel in Nederland, terwijl aangedrongen wordt op de vorming van stu dieclubs door de Reserve-officieren in Indië. Ook omtrent cursussen in Zwitserland vindt men het een en ander vermeld. 11. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN, door H. Mil. Spectator Sept. In „Eenige beschouwingen over de Achterhoede" wijst Schr. er op, dat de taak aan de achterhoede opgedragen bij een marsch in de richting van den vijand, t. a. v. het handhaven van de orde in den rug, met kan worden uitgevoerd, indien zij niet de beschikking heeft over meer tijd en dit is niet mogelijk, omdat zij ook belast is met de veiligheid in den rug. Daarom wenscht Schr. de taak van bewaren van orde overgedragen te zien aan politietroepen op rijwielen. Gedurende den marsch zal de achterhoede, in den regel ter sterkte van 1 sectie zoo eenigszins mogelijk in ruitvorm marcheeren, om bij een rust van lo'min. halt houdende, door elk der onderdeelen stelling te doen nemen de beveiliging tegen cav. naar behooren te kunnen bewerkstelligen Wij zouden alleen de vraag willen stellen, of de achterhoede dan wel ooit rust zal kunnen hebben; wanneer de afdn rusten, terwijl de manschappen de geweren bij zich houden dan kan n.o.m. worden volstaan met het plaaisen van enkele posten. Van het versperren van de wegen met het oog op pantserauto s zal ook wel niet veel terecht komen. Iets anders is het wanneer een grootere rust wordt gehouden. Bij een terugtochtsmarsch zullen de laatste troepen stand moeten houden vooral door het in stelling laten van autom. wapens, deze worden weer opgenomen door een <*root aantal mitrs in een opnamestelling. „De Belgische Pantser Automobielen in Galicië" opent geen nieuwe gezichtspunten; in „Organisatie en opleiding der verbindingstroepen" staat bchr. een centrale opleiding voor, voor alle troepen, n. 1. in een verbin dingsbataljon" onder een inspecteur van den verbindingsdienst "t a v den telefoondienst wenscht Schr., dat er te velde steeds twee ploegen beschikbaar zijn, zoodat het personeel ook de noodige rust kan genieten terwijl bij een terugtocht, wanneer het mat. moet worden achtergelaten men' in ieder geval direct over het mat. van de 2de ploeg kan beschikken. .,,Ver® worden aangetroffen: „Daginvloeden" en „De D. Int. in den Wereldoorlog waarin we aantreffen, dat het cantinewezen behoorde tot de bemoeienis van den Div. Int. „Het cantinebedrijf ressorteerde onder het „Proviantamt"; de rechtstreeksche leiding was opgedragen aan een beambie van het verlofspersoneel, die in het burgerleven koopman was". Mayors Sept. In „Patrouillerit" geeft Schr. een beschrijving van een door hem medegemaakten rit en knoopt daaraan vast eenife beschouwingen omtrent spoorwegbeveiliging en omtrent het nut aan dergelijke oefn ver bonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 62