zijn doorloopende onzijdigheid verklaard geenerlei militaire ver
plichting op zich te kunnen nemen. Het standpunt, dat de
Nederlandsche regeering inneemt, wordt het best geteekend door
het hieronder volgende uittreksel uit de rede van Jhr. Loudon, in
vertaling gegeven door het desbetreffende verslag der N.
Rott. Ct
„De geheele Volkenbondsvergadering zal zonder twijfel de daad
van aanmoediging goedkeuren, die de derde commissie aan de
gemengde tijdelijke commissie voor het ontwapeningsvraagstuk en
aan haar rapporteur Lord Robert Cecil gegeven heeft. Ik zeg „daad
van aanmoediging", want, zooals reeds de Heer Fisher opmerkte,
het gaat op het oogenblik slechts erom, den wensch uit te spreken,
dat het vraagstuk der ontwapening in verbinding met dat der
wederkeerige' defensieve waarborgen verder bestudeerd worde in
het licht der voorstellen van Lord Robert. De resolutie, die ons
voorgelegd wordt, zegt met zooveel woorden, dat zij slechts de
strekking heeft, aan de verschillende regeeringen te vragen haar
oordeel over deze denkbeelden uit te sprekem
Om volmaakt doeltreffend te zijn, moet de beperking der
bewapening, het hoogste doel, dat wij allen in het oog hebben,
algemeen zijn. Opdat zii algemeen zij, bevelen de resoluties een
universeel waarborgverdrag aan.
Intusschen, een zeer moeilijk vraagstuk vraagt hier een oplossing:
dat van de methode, die wij te volgen hebben, om het beoogde
doel te bereiken, dat van de maatregelen, die getroffen moeten
worden in den tusschentijd, om stapsgewijze tot de algemeene
overeenstemming te komen, die in den tegenwoordigen toestand
van de wereld zeker niet met één geliiktijdigen pas kan worden
bereikt. Zooals wij allen beamen, is het essentiëele element voor
een overeenkomst omtrent materiëele ontwapening de moreele
ontwapening, m. a. w. de verbreiding van een gevoel van veiligheid
en van vertrouwen onder de volken. Door haar wiisheid zullen de
regeeringen in ruime mate ertoe kunnen bijdragen dit wederzijdsche
vertrouwen te vestigen. Maar de wijsheid der regeeringen is geen
volstrekte wijsheid. Het gaat er dus om, meer positieve middelen
te zoeken. Die middelen ziet de voorgestelde resolutie in den vorm
van partiëele garantieverdragen, bestemd een steeds grooter aantal
staten op zich te vereenigen en voor alle landen open blijvend.
Wij zijn nog ver van de verwezenlijking van dit plan. Maar de
ontwapening is een zoo verheven doel, dat ieder onzer van
ganscher harte de bestudeering van alle middelen, die hiertoe
zouden kunnen leiden, moet aanmoedigen. Daarom heb ik niet
geaarzeld mijn stem te voegen bij die van mijn collega's in de
derde commissie ten gunste van de aanneming dezer resolutie.
Het staat echter vast, dat, hoe meer men de universaliteit van de
garantieverdragen zou bereiken, des te krachtiger en werkdadiger
Ie beperking der bewapeningen zou kunnen worden.
9