De berekeningen tot 6950 zijn gedaan met behulp van de
gegevens van de baan der Q. K. T., die van 7000 tot 9300 met
de gegevens van de baan van de G. De banen verschillen heel
weinig, de baan van de G. K. T. is te beschouwen als dezelfde
baan als die van de G., maar waarop eenige daginvloeden werk
zaam zijn.
Waar in de schootstafel voor beiden wordt opgegeven gewicht
6.5 K. G., zou men denken dat alleen de vertragingsfactor bij
G. K. T. anders is dan bij G.
Dit blijkt niet te kloppen met de op diverse afstanden optre
dende verschillen. Blijkbaar werkt ook een factor APmee. Nu is
A X° veroorzaakt door a P eerst negatief, op de grootere afstan
den positief. Op den afstand 6300 M. is het bedrag O. Daar werkt
dus alleen de factor a W. Het verschil tusschen G. K. T. en G.
A W
blijkt op dien afstand overeen te komen met —^7— 5 °/0. Op
w
3000 M. zou dit verschil in vertragingsfactor een drachtsverschil
veroorzaken kleiner dan het daar werkelijk tusschen G. K. T. en
G. bestaande. De rest moet dus worden toegeschreven aan een
verschil in A P dat, naar uit berekening bleek, dan 0.3 K. G.
zou moeten bedragen.
De baan van de G. K. T. is dus dezelfde als van de G. met
A W
daarop toegepast een 5 °/0 en een a P 0.3 K. G.
W
(Slot volgt).
3. AANTEEKENINGEN OVER HET VERDEDIGEND
GEVECHTi), door L. J. J. M. Tabbers.
A. Het schootsveld. Men heeft gebroken met het idee
van z. g. „groote" schootsvelden ten behoeve van de verdedigende
infanterie. Waar het bundelvuur vrijwel heeft afgedaan en ver
vangen is door „juistheidschietendat alleen op de kortere
afstanden effect sorteert, evenals het vuur van de geweer-mitrail
leurs, moet het z. g. „vuuroverwicht" ook op die kleinere afstanden
worden bevochten en is alle gebruik van munitie op de afstanden,
waarbij men onvoldoende trefkans heeft, munitieverspilling.
Dat men in dit opzicht zeer vèr gaat, blijkt 0. m. uit de Field
Service Regulations Vol. II waar als minimu m schootsveld
90 a 135 M. wordt geëischt.
Bovendien zou men bij een groot schootsveld te veel bloot staan
aan vijandelijk art.-vuur, dat waar de verdediger in den regel over
minder art. beschikt dan de aanvaller waarschijnlijk niet geheel
Ter publ. ontv. 22—8-'22. Red.
SR 90