boomen enz.) en spreekt verder van: „Un ré se au complet et profond de feux puissants, dans les mailles duquel l'ennemi sera tot ou tard arrêté, même s'il en brise quelques-unes". Het terrein, waarin de verdediger zich nestelt, al dan niet versterkt, moet zoodanig zijn, dat de troepen, opgesteld in de knoopen van het net, hebben: flankement, uitzicht en gemeenschap, terwijl de diverse kleine bezettingen (in Fr. de „groupes de combat") zoodanig zijn opgesteld, dat ze: a. in eenzelfde échelon kruisvuur voor eikaars front kunnen afgeven b. dat volgende échelons door de intervallen van voorgaande kunnen schieten. (Dans la défensive le quinconce formé par les groupes de combat et des mitrailleuses peut être beau- coup plus profond que dans l'offensive. D'autre part des groupes postés a loisir ayant une parfaite connaissance de leurs emplace ments respectifs, peuvent tirer de plus loin a travers les intervalles étroits. La seule précaution a prendre consiste a protéger les groupes les plus avancés contre les risques d'accidents par des parades suffisants) Echter zal aan die voorwaarden zelden door alle groepen voldaan kunnen worden. Het beheerschen der intervallen moet dan op andere wijze worden verkregen. De geheele verdediging is vóór alles een vuur strijd, met afdeelingen in de voorste linie, die zoodra de aanvalsrichting bekend is, voldoend afwerend vermogen hebben. Ook Lehnert's Handbuch huldigt dat idee in p. 190: „Sobald Angriffsrichtung erkannt, ausreichende Schützenentwicklung", doch vóórdien: „Schwache Schützenlinien (Masch. G.) an die Gerippunkte". E. Algemeene beschouwing over de verde diging. Wat Rohrbeck in zijn „Taktik" over de verdediging .schrijft, toont merkwaardig veel overeenkomst met wat het Fr. Inf. Regl. dienaangaande leert. Noch Rohrbeck, noch dat reglement, maken een scherp onder scheid tusschen den bewegings- en den positie-oorlog, waar het de verdediging betreft')- Immanuel trouwens óók niet, waar hij (zie Lehnarts Handbuch punt 189) onder het hoofd „Bewegungs- krieg" o. a. zegt: ..Deshalb grundsatzliche Anwendung der Befesti- gung beginnend von einfachen Formen des Bewegungskrieges bis zum Ausbau nach allen Regeln der Kunst (Stellungs-oder Schüt- zengrabenkrieg). Het Fr. Inf. Rt. II vat alles samen in Titre III „La défense du terrain" en weidt dan in „La défense en période de stabilisation" een weinig uit over den positieoorlog. Het Eng. Inf. R. handelt in denzelfden geest en wijdt van de 33 b'lz. betreffende de „Infantry in defence" slechts 4 blzn aan de ..position warfare". De beginselen vooral wat betreft de verdediging- van bewegings- en positieoorlog vloeien trouwens zoozeer ineen, dat ze niet z ij n 93 JSt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 25