zullen zij, die van nature verkennerseigenschappen bezitten zeer
veel bijdragen tot het verkrijgen van uitstekende uitkomsten.
Een verkenner moet een zeer goed schutter zijn. Het opleidings
systeem, berustend op de kennis van het optreden van wilde
volksstammen en in sommige opzichten ontwikkeld door het
gebruik van moderne wapens en camouflage, heeft het verken-
ningswerk tot een groote mate van volmaaktheid opgevoerd. Als
de opleidingscursus stipt gevolgd wordt, dan zullen comp.- en
sectie-comdtn over personeel kunnen beschikken, dat hun van
onschatbare waarde is gedurende het gevecht.
Tot den werkkring van verkenners behoort het volgende: zij
geleiden hun sectie door duisternis en bosch, daarbij den veiligsten
weg kiezend, haar brengende naar al of niet van te voren verkende
stellingen. Zij gaan de sectie vooraf als er geen vuurwals is,
zorgen voor de goede richting en voorkomen verrassing door vij'
mitr.-vuur of vanuit versterkte punten. Hebben zij den vij. ontdekt
dan zullen zij een vuurstelling opzoeken en de sectie en de
vergezellende wapens op de hoogte brengen, waar de vij. is. Zij
zullen de sectie naar punten brengen vanwaar de vij. in de flank
kan worden aangevallen. Zij zullen patrs aanvoeren, die moeilijke
of speciale opdrachten hebben, den vij. achter de lijn der voorste
posten doorloopend gadeslaan en hem afmatten door het leggen
van hinderlagen en het uitvoeren van strooptochten.
Om deze handelingen goed te kunnen uitvoeren moet de
verkenner geoefend worden in het schieten, het gaan door- en het
gebruik maken van het terrein en dekking, in waarneming en
vei slag uitbrengen van het waargenomene. De opleiding wordt
daartoe verdeeld in 6 onderdeelen. 1. Individueel voorbereidend
onderwijs. 2. Verplichtingen bij de nadering. 3. id. als deelnemer
aan een patr. 4. id. als patr.-comdt. 5. id. als waarnemer en
scherpschutter (sniper). 6. Het oplossen van patr.-vraagstukken.
Elk onderdeel moet volkomen beheerscht worden voor tot het
volgende kan worden overgegaan. Wèl moet worden bedacht, dat
fouten bij de opleiding geleerd, in de practijk van het gevecht'niet
verdwijnen. Het onderwijs zal plaats hebben door „uitleggen",
vóóidoen en practijk. Vooral het voordoen en de practijk zijn
voorname punten. Fouten behooren onmiddellijk verbeterd te
worden. Een fout, niet onmiddellijk verbeterd, kan een gewoonte
worden of kweekt onachtzaamheid.
Wij zullen de punten 1 en 2 hier wat nader beschouwen en
om de belangrijkheid het punt 2 nagenoeg geheel vertalen en hier
weergeven.
ad E Het ind. voorbereidend onder wijs zal
bevatten: het van dekking tot dekking voorwaarts gaan, het
bewegen in s vij. nabijheid, het liggen, het gereedmaken voor een
sprong, het opspringen, het voorwaarts snellen, het neervallen,
sluipen, kruipen, het gebruik maken van dekkingen, oefenen van
102