idiëele plicht oplegt desnoods met de wapenen zijn land te verdedigen en
omdat het noodzakelijk is zich hierop in vredestijd voor te bereiden. Dit
kan hem niet genoeg voor oogen worden gehouden, waar hij hieruit in
moeilijke oogenblikken toch de kracht zal moeten putten zijn plicht te
blijven doen. Daarom zou ik dit punt ongeveer willen redigeeren als
volgt- Zij eischt een voortdurend besef van ondergeschiktheid van alle
eiqen belangen aan het belang van het vaderland, Hieruit volgt
voor ieder militair de noodzakelijkheid van „ondergeschiktheid aan iederen
hooger geplaatste". Dan wordt meer de nadruk gelegd op de
idiëele zijde van den dienstplicht, iets wat in dezen tijd van
materialisme en geldzucht niet overbodig wordt geacht
Daarna wordt te velde getrokken tegen het vloeken en betreurt verder
Schr. het, dat in het nieuwe R. v. K. niet over den Godsdienst wordt
S Zeer juist achten we het volgende: „De meerdere moet op de
hoogte zijn van de onder hen (de minderen) heerschende
meeningen en opvattingen". Deze eisch wordt eenigszins nader
uitgewerkt.
De Schr van „Buitenlandsch Verlof" is het niet eens met hetgeen we
in het vorig No. van het l.M T. hieromtrent te berde brachten en geeft
als zijne meening, dat hij - en vermoedelijk vele anderen - niet naar lndie
gekomen zouden zijn, indien de termijn 10 jaar zou zijn geweest. Verder
wijst Schr. op meer idiëele momenten in het leven, op de meer g e es t el ij k e
behoeften van den mensch, op de eischen, die de familierelaties stellen,
waaraan bij kortere stages - dus meer verlof in Holland- beter kan worden
voldaan, omdat lndië een en ander niet kan verschaffen. Ongetwijfeld zijn
dit voordeelen van de kortere termijnen, die ieder zal erkennen, we betoog
den echter slechts, dat ook aan de langere periodes besliste voordeelen
ziin verbonden, die allesbehalve zijn weg te cijferen, terwijl thans de
zuinigheid o. i- daartoe dwingt, veeleer dan tot het treffen van tal van an
dere zuinigheidsmaatregelen.
Aan het slot vermeent Schr., dat bij verlenging van den termijn, ook de
detacheeringstermijn voor officieren van het Hollandsche Leger zoude
moeten worden verlengddit is ons minder duidelijk.
Daarna volgen 2 artikelen van de Redactie; een over de afvloeiing van
het Ned. Officierskorps en het tweede getiteld: „De Indische pensioenen
in gevaar". Zijn we wèl ingelicht, dan is dit gevaar met geheel
en al denkbeeldig wat betreft de pensioenen van Majoors e" >1?°8ere
officieren Wellicht zou deze OVERlGENb ZEER AANVECHTBARE
maatregel ons tenslotte bevrijden uit de promotie-impasse en dan althans
Te 'Redactie zegMerzake o.m. het volgende: „De toekomst biedt ïnder-
daWijWkunnen aan' dit6bericht, dat naar ons bleek reeds groote opwinding
Te" «ïminEf to »2e»en onde, d«e stadijen juist
te vreezen is dat velen ontijdig op pensioen zullen moeten worden gesteld
Na de intrekking van den duurtetoeslag weinig geruststellende berichten
omtrent de salarissen, de verlofstractementen, de rechten op buitenlandsch
VeW°ij' kunnen" WieWoTen" wij leven tenslotte nog niet in een gek
kenhuis."
Te vermelden valt vervolgens een uit de maileditie van de N- Rott.
Courantverkregen uittreksel uit het nieuwe R. v. K. (Ned.), eene mede-
136