138 dan armoede. Doordienen mag eerstdaags niet meer, ook al zitten de kinderen midden in de studie. Resultaat gedwongen armoede. 7. De arbeidsuren zijn zonder noodzaak alleen door de hetze van sommige couranten uitgebreid. Wat vrijwillig uit plichtsbesef werd gegeven aan het gouvernements, werd met dwang opgelegd. 8. De verlofs-salarissen ik durf er niet over te spieken zijn onvol doende en dwingen tot het maken van schulden in Holland." „Jammer, duizendmaal jammer, dat een al te eenzijdige politiek, van duizenden en duizenden goedwillende landsdienaren heeft gemaakt een menigte, die in vertwijfeling voor de komende tijden schreeuwt om recht en zoo dat niet bevredigd wordt, een mentaliteit zal toonen, welke geen al te hooge verwachtingen kan opwekken omtrent arbeidslust en energie." Na de pauze besprak de heer Blom het nut en de mogelijkheid om tot samenwerking van hoogere landsdienaren te geraken en betoogde Spreker o. rri. „Wij moeten en kunnen er in slagen de bestaansvoorwaarden van het intellect te verbeteren en zoo noodig te verdedigen, wij moeten, waar in den laatsten tijd overal ter wereld slechts arbeid en kapitaal het woord voeren, het intellect een gepast, doch beslist woord doen meespreken. Dat kunnen wij niet individueel, ook niet iedere vereeniging voor zich, daarvoor hebben wij een bloc, een intellectuëel bloc noodig." „Een lang en welgemeend applaus viel spreker ten deel," zegt het Verslag. De Afd. Tjimahi behandelde nogmaals het artikel „Legerperspeclieven" van Kapitein Döbken. De plaatsruimte laat niet toe verder op het behandelde in te gaan, alleen zouden we met zeer veel nadruk er op willen wijzen, dat het eerste waar voorshands het leger d. i. de troep en niet de schrijftafel behoefte aan heeft is: RUST en niet allerlei veelal slechts papieren plannen. En verder de noodige middelen om zich wederom rustig voor te bereiden voor de oorlogstaak. Onder die middelen behooren o. m. „soldaten, die mede uitrukken". Tenslotte noemen we eenige mededeelingen van de Vertegenwoordiging in Nederland en van het Informatiekantoor, waaruit we overnemen: „De tfeer Pik (afgev. voor Nijmegen) is gemachtigd mede te deelen, dat de verlofs-tractementen te klein zijn en dat O. a. de als instructeurs uit gezonden jonge Officieren van f 350.— niet kunnen leven; zoo wordt te Nijmegen door den jongsten luitenant nog f 500.— belasting betaalt. De Heer du Croo meent, dat een verlof moet dienen om op verhaal te komen en dat doet men niet als men gedurende dien tijd in geldzorgen zit, daarom een minimum van bijv. f 400.Dit is noodig omdat de tijd, dat men een kous kon maken op expeditie enz. voorbij is. De algemeene opinie blijkt te zijn, dat de verlofs-tractementen in de lagere rangen te klein zijn, maar men is het ook met den Heer van der Hoeven eens, dat het nu niet de tijd is om aan te dringen op verhooging. Hij meent, dat men in Indië in het denkbeeld verkeert, dat de verlofgangers tegenwoordig ruim kunnen rondkomen, en dat is toch niet het geval; zonder eenige luxe moet hij f 80.— per maand op zijn verlofs-tractement toeleggen. Tal van andere leden komen vrijwel tot dezelfde slotsom." We namen het vorenstaande over o. m. in verband met het "artikel over Buitenl. Verloven. „Het Dep. van Kol. ontving van de Indische Reg. bericht, dat in normale omstandigheden het opdragen van keuringen, het verleenen van studie opdrachten e. d. geen wijziging brengt in de positie van den verlofganger met betrekking tot de mogelijkheid, om bij terugkomst van buitenl. verlof op non-act. te worden gesteld. Offn, die tijdens hun verlof met opdrachten zijn belast geweest, kunnen derhalve evengoed als alle andere verlofgangers na ommekomst van hun verlof wegens overcompleet op non-act. worden gesteld."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 70