145 te verkennen. Schr. bespreekt daarna de eischen aan dit geschut te stellen, vermeldt welke eischen door verschillende int. offn werden gesteld en komt dan tot de conclusie, dat er feitelijk 2 geheel van elkaar gescheiden soorten „art. d'accompagnement" moeten zijn, n. 1. het zuivere inf. geschut, dat geheel tot de inf. behoort en tot taak heeft kleinere weerstandnesten on schadelijk te maken en een geschutsoort, bediend door de art., welke met zwaardere projectielen belangrijke hindernissen moet opruimen. In „Attelage et remonte de l'art. div." gaat Schr. na welke opdrachten aan het veldgeschut en aan de houwitsers wordt gesteld en besluit daaruit, dat in verband met het gewicht dier geschutsoorten tweeërlei type paarden als tractie moeten worden gebezigd en geeft daarna aan welke rassen als trekkracht kunnen worden gebruikt. „Notre art. lourde de campagne" gaat voort met een beschrijving van de verschillende typen geschut, evenals „Considérations sur l'art. de montagne" zulks doet t. a. v. het berggeschut. „L'art. anti-aérienne aux Etats-Unis" geeft omtrent het genoemde ge schut eenige gegevens, terwijl verder nog aangetroffen wordt „Figuration conique et graphique de la trajectoire et de la loi des temps". Mon. hefte für Politiek und Wehrmacht Sept. In „Die geknebelte Flotte", het werkeloos blijven van de D. vloot behandelende, geeft Schr. als zijne meening te kennen„Als ünser siegreiches Heer den Feind aber bis über die Marne zurückwarf, da hatte unbedingt nicht gezogert werden dürfen, die ganze Kraft der Flotte als Verlangerung des rechten Heeresflügels anzuspannen. Eine Unterbindung der Kanaltransporte der Englander hatte die fr. Widerstandskraft erheblich geschwacht." Schr. gaat dan na welke verschillende invloeden aan het werk zijn geweest, welke het uit varen van de vloot hebben verhinderd. „Selbstanzeige" geeft in het kort aan den inhoud van „Kurzer strate gischer Ueberblick über den Weltkrieg '14 bis '18.'' „Die fr. Vorschrift für die Inf. von 1 Febr. '20" opent geen nieuwe gezichtspunten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 77