Nadat dit opstel geschreven was werden de nieuwste Fr.
schietregels gegeven in de „Instruction générale sur le tir de
1'Art." Daarin werd gezegd, in een noot omstreeks blz. 190, dat
het aanbrengen van de correctie, na deelen door het nummer
der laag, is verlaten. Antwoord werd dus tevens gegeven op de
opmerking in punt 50.
Hoewel de juistheid van de verklaring in het geheel niet
onderschrijvend, is deze toch hieronder opgenomen. Zij luidt:
„Men heeft dezen regel, hoewel gegrond op de waarschijnlijk
heidsrekening, ter zijde gesteld, want de toepassing ervan heeft
„altijd geleid tot ontoelaatbare vertragingen bij het inschieten en
„dikwijls tot het niet bereiken van uitkomsten daarbij. Dit laat
„zich gemakkelijk verklaren wanneer men bedenkt dat, bij voort
gezette vuren, zekere factoren (atmosfeer, verhitting vuurmond
„enz.) veranderen, zonder dat het mogelijk is onmiddellijk de
„correcties daarvoor aan te brengen of er zelfs eenigermate
„rekening mede te houden de opvolgend verkregen afwijkingen
„kunnen dus niet worden beschouwd als „verschijnselen met
„gelijke waarschijnlijkheid". Dit is een opmerking van alge-
„meene geldigheid. Aan de practische art.wetenschap kan de
„waarschijnlijkheidsrekening slechts gegevens verschaffen, welke
„juist zijn binnen zekere grenzen of tot op zekere hoogte; niet alleen
„toch wordt bij een vuur nimmer zulk een groot aantal schoten
„afgegeven, dat men dit als oneindig groot kan beschouwen
„doch bovendien mogen, voor den duur van een voortgezet vuur,
„de afwijkingen niet worden beschouwd als te zijn het gevolg
„van steeds dezelfde en in gelijke mate werkende oorzaken, dus
„als verschijnselen met gelijke waarschijnlijkheid van optreden".
(Wordt vervolgd.)
2. DE VOORCOMPAGNIE BIJ EEN VERDEDIGENDE
OPSTELLING ')2), door M. R. H. Calmeyer.
In onze voorschriften wordt het woord „v o o r c o m p a g n i e"
nog niet genoemd, zoodat ik deze studie vermeen te moeten
inleiden met, in zeer korte trekken, het aan deze uitdrukking te
verbinden begrip vast te leggen aan de hand der moderne
beginselen omtrent het verdedigend gevecht.
Ter publicatie ontv. Nov. '22. Red. I.M. T.
2). Bij de samenstelling hebben dienst gedaan: le. De werkjes van
Pfeiffer, „Gesichtspunkte f r die Gefechtsausbil-
dung der "1 n fin der V e r t e i d i g u n g und im Angriff",
„Entwurf eines Exerzierreglements f ii r d i e 1 n f." en
„Begründung zum Entwurf enz." Deze boekjes vormen m. i.
voor een infanterist het belangrijkste, dat aan D. zijde na den oorlog
verschenen is en kosten te samen bij van Cleef, f 2.20; 2e. De vol-
164