Baton ieder dier onderdeelen een frontbreedte van 400 M. Heeft
het Baton 4 compn, dan wordt gewoonlijk één hiervan in
reserve gehouden en blijft de frontbreedte der vóorconipagniën
dus 400 M. Is het Baton zoo onvoldoende uitgerust, dat het
over geen zw- mits beschikt zooals bij ons het geval is dan
zal hier natuurlijk door verdichting van het gew.-mitr. en geweer
vuur aan tegemoet dienen te worden gekomen, waardoor bij vleu-
gelsgewijze inzetting van 4 compn als voorcomp. een frontbreedte
van 300 M. per comp. kan verkregen worden. Waar ook bedekt
heid van het terrein tot inkrimping der tusschenruimten en
afstanden dwingt, is laatstgenoemd getal m. i. voor ons reeds een
maximum, zeker zoolang onze compn ook zelfs geen eigen
gew.-mitrs bezitten.
Dergelijke getallen dienen natuurlijk slechts om de gedachte
te bepalen, doch hebben in. i. als zoodanig wel degelijk hunne
waarde, daar zij gegrond zijn op het theoretisch en practisch
bepaalde afstootend vermogen der vuurwapenen en in den grooten
oorlog den toets der werkelijkheid hebben doorstaan. Door
afgeleid denken moet in ieder geval worden bepaald, welke
verandering het normale getal dient te ondergaan.
De diepte wordt in hoofdzaak verkregen door de afstanden
tusschen de échelons. Bij het bepalen van deze afstanden
moeten wij ons goed voor oogen houden, dat de échelons niet
tot taak hebben elkaar door beweging te ondersteunen, uit dien
hoofde is er dus geen reden de afstanden kort te nemen.
Ondersteuning door vuur zal slechts mogelijk zijn, indien de
nesten van een achtergelegen échelon door de openingen van
een voorgelegen kunnen schieten, of over dit échelon heen.
Beide gevallen zullen zich slechts uiterst zelden voordoen en bijna
nimmer in bedekt terrein. Ook dit geeft dus geen aanleiding de
afstanden kort te nemen. Hierbij komt, dat de diepteopstelling
der vuurzöne als eenige bestaansreden heeft, het bemoeilijken
van de vijandelijke art.-voorbereiding en korte afstanden het den
tegenstander mogelijk maken met zijn voorraad projectielen een
zoodanige strook met strooi vuur te beschieten, dat alle drie de
échelons hier in vallen. Groote afstanden dwingen den tegenstander
daarentegen, na het stormrijpschieten en doorbreken van één
échelon, zijn inf. te doen halt houden, totdat de verkenning
voldoende gegevens heeft opgeleverd om ook het volgende
échelon onder voorbereidend art.-vuur te kunnen nemen. Dit
verschaft aan den verdediger tijdwinst, die hem voor het ver
plaatsen van zijn bewegelijke krachten of het van achteren
aanbouwen zijner vuurzöne van onschatbare waarde is. Vooral is
dit het geval, als de bedektheid van het terrein de luchtverkenning
bemoeilijkt. Ten slotte hebben groote afstanden het voordeel, dat
de eigen art. ook aan de verdediging van het terrein tusschen
de échelons kan medewerken en haar inf. niet in den steek
behoeft te laten, zoodra de vijand de vuurzöne is binnengedrongen,
168