log. (terreinhoek 5°) log. a y° +log. f_2^2_. 20 Voor a y° positief (doel hooger dan batt.) wordt de te bezigen verdeeling dus grooter dan 5°, voor a y° negatief, kleiner dan 5°. De B^. C. kan dus alle vereischte bewerkingen met de cor rectieliniaal uitvoeren. Bovendien zal het duidelijk zijn, dat de By. C. met zijn liniaal, mits de atmosferische gegevens'bekend zijn, uit den gevonden art.-afstand even goed de kaartafstand kan bepalen, als omgekeerd. In korten tijd kan men de noodige geoefendheid in het ge bruik van het instrument verkrijgen. Bezit men deze, dan is de totale bewerking tot het verkrijgen der commando's binnen de minuut afgeloopen en zelfs deze tijd komt niet ten volle als vertraging voor de batt. tot uiting, indien de B. C. onmiddellijk na t op de kaart bepalen van den H. M. stand deze aan de batt. opgeeft. De tijd, die daar noodig is voor 't omzetten der vuurmonden, wordt besteed aan de berekening met de liniaal, waarna de correctie voor de H. M., de terreinhoek, den afstand en de tempeering worden gecommandeerd. Het verdient ter verduidelijking aanbeveling de „gegeven" grootheden bij de diverse bewerkingen met de liniaal in zwart aan te brengen en de „gevraagde" grootheid in rood. Twee moeilijkheden doen zich voor den By. C. nog voor. lste. Hij krijgt van het weerstation een opgave van den ba rometerstand op de hoogte van dat station. Is de batt. hooger of lager gelegen dan dit punt, dan moet een correctie worden aangebracht. Men kan aannemen, dat de luchtdruk voor iedere 100 M. stijgen met ongeveer 8 mM. daalt. 2de. Voorts krijgt hij de ballistische wind voor banen tot 200, 400, 600, 800, 1000, 2000 etc. M. boven den grond en hieruit moet hij de voor z ij n geval geldende waarden bepalen. Nu leidt men uit de benaderingsformule 5 Culminatiehoogte (t0)2, af, dat op de K. M. afstanden en 9300 M. de culminatiehoogten resp. bedragen5, 26, 73 152, 271, 445, 699, 1051, 1575 en 1782 M. De By. C. kan dus 2 grafieken gereed houden (één voor wind snelheid en één voor windrichting) in den geest van fig. 6. Onderaan zijn horizontaal uitgezet: de schootsafstanden, naar evenredigheid van hun culminatiehoogte. Voor de banen met culminatiehoogten resp. 200, 400, etc. M. zijn verticale lijnen aangebracht. Aan de linkerzijde van het grafiekje is een verdee ling in M. windsnelheid. Zoodra het weerbericht binnen komt, zet de B. C. op de lijnen 200, 400 etc. M. de opgegeven waarden voor de windsnelheid af en verbindt daarna de gevonden punten door een vloeiende lijn. Zoodra nu een doel bevuurd moet worden, 185

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 39