Hier wordt wederom de nadruk gelegd op de omstandigheid, dat een goed leiden van een vuur voornamelijk afhangt van de juistheid en betrouwbaarheid der aan te brengen correcties. De vuurleider moet dus steeds kunnen beschikken over de juiste grootte der goniometrische functies van den waarnemingshoek ade vlugheid wordt er niet door geschaad, de verlangde juistheid der correcties verbeterd. 45. De vraag is nu wanneer moet er gecorrigeerd worden middels elevatiewijziging, wanneer middels de zijdelingsche richting te wijzigen. Wijmerken daaromtrent op, dat aangenomen, dat voor de voorbereiding zoowel wat afstand, als zijdelingsche richting be treft, al het mogelijke is gedaan, voornamelijk moet worden rekening gehouden met de volgende overwegingen a). het is eenvoudiger correcties middels wijziging in afstand aan te brengen, dan middels wijziging in zijdelingsche richting b). de fouten in zijdelingsche richting kunnen bij goede toe stellen en den noodigen tijd, zeer klein zijnterwijl er a priori evenveel kans op een fout naar links, als naar rechts is, terwijl de meest waarschijnlijke richting juist die naar het doel is c). de aan te brengen correcties zijn w w Ca Is a zeer klein, dan wordt zeer. groot, sin sin de aan te brengen correctie dus groot; b. v. is a gelijk aan 100 °/00 en w 3 KM., dan is de correctie voor een afwijking van 1 °/00 reeds 30 Meter. Cl X-Is a klein, dan wordt -bijna ge- gelijk 1, dus de correctie betrekkelijk klein b.v. in het vorige voorbeeld bij een schootsafstand van 4 KM. slechts In verband met een en ander zoude het principe kunnen zijn: axiaal te wijzigen als de hoek a niet te klein wordt. De Fr. Art. neemt aan, dat indien a kleiner is dan 300 °/00 steeds lateraal wordt gewijzigd; bij hoeken van300°/00600 °/00 bij voorkeur axiaal, echter is een lateraal wijzigen nog niet geheel te verwerpen; bij hoeken boven 60 0 0/00 steeds axiaal. Deze scheiding lijkt heel aanneembaar (zie ook punt 52). 46. Verder dient er op gewezen te worden dat de wijze, waarop de correcties moeten worden aangebracht, zoo nauw keurig mogelijk moeten zijndus dat met reeds ver kregen schietuitkomsten moet worden rekening gehouden. Dat dit niet gebeurt, is een principiëele fout in onze schietregels. Is een schot gevallen in punt A (fig. 15a) en is de correctie aangebracht, zoodat dit schot feitelijk is gebracht in het punt 149 S COS a COS 31 01 14 00-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 3