4. BESCHOUWINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET ARTIKEL LUCHTVAART-MATERIEEL IN N.-I. VOORKOMENDE IN HET DEC.-NUMMER door H. Behrens. Bovengenoemd artikel bevat eenige zaken, de militaire Luchtvaart a Indië betreffend, die wel in hooge mate de aandacht eener bespreking waard zijn. Het artikel zelf wil ik niet punt voor punt volgen, doch alleen er eenige conclusies uit trekken. De S. behandelt het strategisch-tactisch gebruik van vliegtuigen de personeelskwestie en de keuze van materiëel. M. i. behooren' deze punten in bovenstaande volgorde, in onderling verband, besproken te worden en mag niet omgekeerd worden uitgegaan van een goedkoop toestelletje, waarvan men zegt: „daar kan ik dit of dat mee doen en ik zal het zóó moeten bemannen om er het gewilde aantal van te kunnen bezigen." Tot nog toe heeft het Legerbestuur zich niet uitgesproken hoe de L. A. in tijd van oorlog zal worden gebezigd, tenminste voor zoover mij bekend ontving de Comdt der L. A. nog geen bevelen daaromtrent. Het ware daarom gewenscht geweest, dat Schr. begonnen was met mede te deelen hoe zijn idee daaromtrent is, want daarmede hangen de overige besproken aangelegenheden nauw samen. Immers het maakt toch uiteraard verschil, of men de L. A. wil bezigen alleen voor verkenning, alleen voor art.-vuur leiding, alleen voor luchtafweer, alleen om mede te werken bij het afslaan van eene landing of voor alle doeleinden, waartoe een behoorlijk geoutilleerde luchtmacht geschikt is. Schr s uitdrukking„overmacht in de lucht" zal wel als een „slip of the pen" beschouwd moeten worden, want gelijk bekend heeft de oorlogservaring geleerd, dat bij modern uitgeruste tegen standers die overmacht slechts plaatselijk en tijdelijk te bevechten is en dat hoe groot s vijands meerderheid ook is, hij nimmer de activiteit in de lucht geheel en constant zal kunnen beletten. Hier een oogenblik het artikel uit het Dec.-nummer op zijde schuivend, veroorloof ik mij in het kort aan te geven hoe een behoorlijk georganiseerde luchtmacht gebruikt zou kunnen worden. In de naaste toekomst zal de defensie van een eilan- enrijk, als onzen Archipel, alleen mogelijk zijn door het naast en met elkaar werken van een luchtmacht, een zeemacht en een landmacht. Ik noem deze met opzet in die volgorde, om dat de luchtmacht zal worden „the first line of defence", die met haar gevechts-vliegtuigen 's vijands luchtstrijdkrachten (desnoods slechts tijdelijk) neerhoudt, om zware bombardements- en torpedo-toestellen de gelegenheid te geven hare afdoende werking op oorlogs- en transportschepen te verrichten. Is de vijand zoo sterk, dat niettegenstaande de toegebrachte schade, zijne oorlogsschepen toch nog een treffen met onze Ter publicatie ontv. Dec. 22. In aansluiting zal nog volgen een technisch artikel van de hand van den ir. Vreeburg. Red, I.M. T. 189

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1923 | | pagina 43