Marine zoeken, dan zal een speciaal daarin geoefend deel der
luchtmacht ter beschikking van den vloot-voogd moeten wor
den gesteld om onze zeestrijdkrachten in staat te stellen den
strijd te strijden. Komt dan de vijand toch nog met een trans-
portvloot voor Java om eene landing te bewerkstelligen, dan
zijn zijne krachten al duchtig aangesproken en heeft de land
macht alle kans bij, of kort na, de landing hem te vernietigen.
Dat hierbij zooveel mogelijk alles, wat in de beide voorafgaande
phasen van de luchtmacht is overgebleven, ingezet moet om met
handgranaten en mitr.-vuur de in de sloepen gezeten troepen te
decimeeren, spreekt van zelf. Intusschen heeft de landmacht voor
haar werkzaamheid behoefte aan den steun van een speciaal in
die richting geoefend deel der luchtmacht (b. v, art. vliegers),
dat dus z. in. daarvoor beschikbaar moet worden gehouden.
Mocht de landing plaats hebben op een punt, waar het leger
niet tijdig genoeg kan zijn, dan zullen de vliegtuigen de ont
scheping kunnen vertragen en bemoeilijken om de landmacht
voldoende tijdwinst te verschaffen.
In elke van deze drie phasen is verkenning van uit de lucht
eene noodzakelijke eisch en wel te dringender, naarmate onze
eigen krachten zwakker zijn en op des te grooter afstand naar
mate het in de bedoeling ligt op het juiste oogenblik op de
gewenschte plaats onze krachten te concentreeren.
Aangezien het niet gaat een dergelijke luchtmacht uit den
grond te stampen, is het hierboven hoogst globaal geschetste plan
voorloopig als einddoel te beschouwen, dat de richting aangeeft
waarin de ontwikkeling van de militaire luchtvaart geleid moet
worden. Het gebruik blijft intusschen met het tijdelijk vervallen
van de eerste phase vrijwel hetzelfde. De Marineluchtvaart
Dienst verricht de verkenning op grooten afstand en is onze zee
strijdkrachten behulpzaam in hare actie te water.
Dan vangt de taak der Landmacht-luchtkrachten aan, die tot aan
dat oogenblik de kustbewaking en beveiliging tegen luchtaanvallen
verricht hebben, met verkenning op grooten afstand om het vermoe
delijke landingspunt van 's vijands transportvloot vast te stellen.
Indien het mogelijk is de landstrijdkrachten te concentreeren op het
landingspunt, dan worden daar tevens zooveel mogelijk vliegtuigen
vereenigd, welke tijdens de landing de zwaar beladen en dichtbe-
mande sloepen overstrooien met handgranaten en mitr.vuur Op
eene hoogte van 20 tot 50 M. vliegend en de handgranaten als
het ware met kolenschoppen vol naar beneden werpend, wordt
een voor den vijand hoogst hachelijke toestand geschapen, waar
tegen hij bovendien weerloos staat. Immers de geringe hoogte
maakt het hem onmogelijk vliegtuigen of afweergeschut te bezigen
door het gevaar, dat daardoor voor eigen troepen zou ontstaan.
De landing zal daarmee niet geheel te beletten zijn, doch
de kansen voor onze landmacht zullen er aanmerkelijk mede
gestegen zijn. Voor de dan te voeren strijd kan het Leger
190